Open menu Onze Taal logo

Hoofdmenu

  • Taalloket
  • Tijdschrift
  • Educatie
  • Schatkamer
  • Winkel
  • Trainingen
  • Over ons
  • Zoeken
  • Lid worden
  • Doneren
  • Taalloket
  • Tijdschrift
  • Educatie
  • Schatkamer
  • Winkel
  • Over Onze Taal
  • Lid worden
  • Doneren
  1. Home
  2. Taalloket
  3. Thematisch taaladvies
  4. woordkeuze

woordkeuze

  • Aambeeld / aanbeeld
  • Aanbevelenswaardig / aanbevelingswaardig
  • Aanmeren / afmeren
  • Aanrichten / aanrechten
  • Aansluitend bij / aan / op
  • Aansluitpunt / aansluitingspunt
  • Aansprakelijkstelling / aansprakelijkheidsstelling
  • Aangevangen hebben / zijn
  • Afgelasten / aflasten / aflassen
  • Afkeur / afkeer / afkeuring
  • Alcoholisch / alcoholistisch
  • Alle geld / al het geld
  • Allochtonen
  • Allochtoons / allochtoon
  • Almaar / alsmaar
  • Al met al / al bij al
  • Als / wanneer / indien
  • Alweer / al weer
  • Ampel / amper
  • Anglicismen
  • Antedateren / antidateren
  • Asjeweine / kassiewijne / kasjewijne / kassiewijle
  • Astrologie / astronomie
  • Authenticatie / authentificatie
  • Bankpas / bankkaart / pinpas
  • Beginnen aan / met
  • Behartigenswaardig / behartenswaardig
  • Beslissen / besluiten
  • Een beslissing nemen / maken
  • Als een woord dat niet in woordenboeken staat, ‘bestaat’ het dan wel?
  • Betreffende / desbetreffende
  • Wij betreuren dat / wij betreuren het dat ...
  • Bewegwijzering / wegbewijzering
  • Bewoner / inwoner
  • Bezint eer ge begint / verzint eer ge begint
  • Bezwijken aan / onder
  • Biatlon / duatlon
  • Bijdragen aan / bijdragen tot
  • Bijgesloten / bijgevoegd
  • Biljoen, triljoen
  • Bogen / buigen op
  • Bol / bal
  • Iets op je bord / brood krijgen
  • Borstbesparende / borstsparende operatie
  • Boeket / bouquet
  • In / op de bres staan / springen
  • Brug open / dicht
  • Categoraal / categoriaal gymnasium
  • Chagrijnig / sacherijnig
  • Citaatuitluiders: ‘Daar heb ik aan gedacht’, knikt ze
  • Consumeren / consummeren
  • Vrouwelijke coördinator / coördinatrice
  • Daadkrachtig / krachtdadig
  • Dagdagelijks
  • Vijf keer meer dan / zoveel als
  • Danken aan / wijten aan
  • De jaren die / dat hij bij ons was
  • Decade / decennium
  • Degene / diegene
  • Denk aan / om uw bagage
  • Denken aan / over Tirol
  • Deze / die / dit / dat
  • Dezelfde / hetzelfde
  • Diëtetiek / diëtiek
  • Dit / dat
  • Doctor / dokter
  • Doolhof / labyrint
  • Dramatisch / spectaculair gestegen verkoopcijfers
  • Echter / maar
  • Een of meer / een of meerdere
  • Eenzelfde / dezelfde / een dergelijke
  • Engeland / Groot-Brittannië / Verenigd Koninkrijk
  • Engelse woorden in een Nederlandse tekst
  • Enkel / alleen (wat is het verschil?)
  • Enzovoorts / enzovoort
  • Ervaring in / met
  • Esthetische / cosmetische chirurgie
  • Ests / Estisch / Estlands
  • Ex-burgemeester / oud-burgemeester
  • Faciliteren / faciliëren
  • Factie / fractie
  • Facturatie / facturering
  • Frikadel / frikandel
  • Geachte meneer / geachte heer
  • Gebeten / gebrand zijn op iemand
  • Geboren worden / zijn
  • Niet / geen gebruik( )maken van
  • Gebruiksvriendelijk / gebruikersvriendelijk
  • Gedestilleerd / gedistilleerd
  • Gedood / omgekomen
  • Gekregen / gehad
  • Gelijk / meteen (wat is het best?)
  • Gelijkstellen aan / met
  • Geloven aan / in God
  • Neutrale verwijswoorden (algemeen)
  • Sekse, geslacht en gender
  • Ergens geen / niet genoeg van krijgen
  • Geolocatie / geolokalisatie
  • Had geweest / was geweest
  • Gijzelaar / gegijzelde
  • Globaal / mondiaal
  • Graag - grager - graagst / liever - liefst
  • Grip / greep op iets krijgen
  • Groot / hoog risico
  • Grote / grootte
  • Voor haar / hen die bleven
  • Op een haar na missen / raken
  • Halsreikend / reikhalzend
  • Binnen handbereik / onder handbereik
  • Gehandhaafd blijven / gehandhaafd worden
  • U rijdt te snel / te hard
  • Van harte gecondoleerd
  • Gefietst hebben / zijn
  • Een heel aantal
  • Helder / duidelijk
  • Herfst: wat rijmt er op ‘herfst’?
  • Herkenbaar aan / door
  • Voor hetzelfde geld / geldt ...
  • Hierbij deel ik u mede
  • Hoe ... hoe / hoe ... des te
  • Hoezo / waarom
  • Holland / The Netherlands
  • Homograaf, homogram
  • Homoniemen
  • Houterig / houtig
  • Identificatieplicht / legitimatieplicht
  • Ieder / elk
  • IJskast / koelkast
  • Een illusie armer / rijker
  • In Frage / im Frage
  • Ingebruikneming / ingebruikname
  • Inzweren, ingezworen
  • Jaren 1920 / jaren 20
  • Jaren nul
  • Jaren zeventig / zeventiger jaren
  • Je / jij
  • Jou / jouw / je
  • Justitionele / justitiële blunders
  • Nederlands kennen / kunnen
  • Kennisneming / kennisgeving (betekenis)
  • Kiezen tussen A en / of B
  • Kijken: (naar) een film kijken, (naar) voetbal kijken
  • Klassiekers / klassieken
  • Knarsetanden / tandenknarsen
  • Kosten / onkosten
  • Kostwinner / kostwinnaar
  • Kritisch / kritiek
  • Kudde / school dolfijnen
  • Je kunt / je kan
  • Laagdunkend / laatdunkend
  • Lelietje-der-dalen / lelietje-van-dalen
  • Lelystatter / Lelystadter / Lelystedeling
  • LHBT / lhbt / lhbti / lhbtqia+
  • Libel / libelle
  • In lichtelaaie / lichterlaaie
  • Licht / lichte verstandelijke beperking
  • Logees / logés
  • Makkelijk / gemakkelijk
  • Ik mankeer niets / mij mankeert niets
  • Me zusje / m’n zusje / mijn zusje
  • Mediterraans / mediterraan
  • Meebrengen / meenemen
  • Meebrengen / met zich brengen / met zich meebrengen
  • Meer / meerdere websites
  • Meerdere malen / meermalen
  • In meer / meerdere of mindere mate
  • Methode / methodiek / methodologie
  • Met zijn / ons allen
  • Met zonder jas
  • Middels / met / via / door middel van
  • Misdaden tegen de menselijkheid / mensheid
  • Missen / ontbreken: er mist / ontbreekt een bladzijde
  • Mits / tenzij
  • Moederland / vaderland
  • Een moeder van tien (kinderen)
  • Mond-tot-mondreclame / mond-op-mondreclame
  • Moreel / moraal
  • Motivering / motivatie
  • Mulischachtig / mulischiaans
  • Naar / na schatting
  • Na / naar
  • Naar aanleiding van / na aanleiding van
  • Nabije Oosten / Midden-Oosten
  • Tot nader order / orde
  • Ter nagedachtenis aan / van iemand
  • Na / naar verloop van tijd
  • Niet nadat / niet dan nadat
  • Niet in het minst / niet het minst
  • Nieuwe woorden
  • Nodig zijn / hebben
  • Nooit en te / of te / ofte nimmer
  • In / op de ochtend
  • Of / ofwel / oftewel
  • Omdat / doordat
  • Omkleden / verkleden
  • Om de beurt / omstebeurt
  • Niet denkbeeldig / ondenkbeeldig / ondenkbaar
  • Onderdeel uitmaken van / deel uitmaken van
  • Ondertussen / intussen
  • Onguur / guur weer
  • Onregelmatigheden / ongeregeldheden
  • Ontkennende vraag beantwoorden
  • Onverwacht / onverwachts
  • Onze / mijn lieve vrouw, moeder en oma
  • Opdat / zodat
  • Openheid / opening van zaken
  • Ophalen / afhalen
  • Op / in / aan de Herenstraat
  • Op / in de eerste plaats
  • Op / in de leeftijd van
  • Op / in de tuin
  • Op / in Haïti
  • Op / in het stadhuis
  • Op / in Scheveningen
  • Organigram / organogram
  • Een bijeenkomst organiseren / houden
  • Overgelegd / overlegd
  • Overnieuw / opnieuw / over
  • Paardenhoofd / paardenkop
  • Pas net: dubbelop?
  • Ik pas / mij past die broek niet meer
  • Passende kleding / gepaste kleding
  • Pathetische / pathologische leugenaar
  • Pensioen / pensionering
  • Pepernoten / kruidnoten
  • Het contract loopt per / op 31 december af
  • Periode van vier maanden
  • Personaliseren / personificeren / personifiëren
  • Plaatsvinden / plaatshebben
  • Pleegde / placht
  • Plek / plaats
  • Veel plezier ervan / ermee
  • Plotse / plotselinge regenbui
  • Plotsklaps / eensklaps / plotseling
  • Polshoogte / poolshoogte nemen
  • Pool / poule (WK-pool / WK-poule)
  • Praten / spreken
  • Problematiek / probleem
  • Pubertijd / puberteit
  • Realisering / realisatie
  • Recentelijk / recent
  • Rechtelijk / rechterlijk
  • Rechtszaak / rechtzaak
  • Recyclen / recycleren
  • Rendement op / van
  • Reppen van / over
  • Richting / naar Amsterdam
  • Risico op / van hartziekten
  • Risicovol / riskant
  • Roerbakken: roergebakken / geroerbakte spruitjes
  • Roestvast / roestvrij staal
  • Ruiken / rieken
  • Sardijns / Sardinisch / Sardisch
  • Scala aan / van mogelijkheden
  • Scheppen - schiep - geschapen / schepte - geschept
  • Op het scherp / scherpst van de snede
  • Schijnbaar / blijkbaar
  • Schwalbe: wat is dat?
  • Servicecenter / servicecentre
  • Sfeer ademen / uitademen
  • Sieraden aantrekken / omdoen / aandoen
  • Soep eten / drinken
  • Spin / spil in het web
  • Starten: is gestart / heeft gestart
  • Stereotype / stereotiep
  • Stoplicht / verkeerslicht
  • Stopzetten / stilzetten / stilleggen
  • Sturen / versturen
  • Synergetisch, synergisch, synergistisch
  • Synoniem zijn / staan aan / met / voor
  • Taartje / gebakje
  • Tegenhanger (betekenis)
  • Te / in Amsterdam
  • Tekenbevoegd / tekeningsbevoegd
  • Terugkomen op / van een besluit
  • Talrijk / talloos
  • Tint / teint
  • Toast / toost
  • Er toegang toe / tot hebben
  • Toeven / vertoeven
  • Topscorer / topscoorder
  • Transgender, trans (bij personen)
  • Troonswisseling / kroonswisseling
  • Turkse Nederlander / Nederlandse Turk
  • Tweewekelijkse cursus / tweeweekse cursus
  • Typfout, spelfout, taalfout
  • U en uw / u partner
  • U hebt / u heeft
  • U hebt zich / u vergist
  • Uiteten / uit eten
  • Uitprinten / printen
  • Unheimlich / unheimisch
  • Vanaf / sinds 1932
  • Vandaag de dag / vandaag aan de dag
  • Vandaal / vandalist
  • Vegetarisch zijn / vegetariër zijn
  • Verdacht op / bedacht op
  • Vergetelheid / vergetenheid
  • Vergeten zijn / vergeten hebben
  • Vergevingsgezind / vergevensgezind
  • Vergezeld van / met / door
  • Verhemelte / gehemelte
  • Verloren hebben / verloren zijn
  • Vermeend / vermoedelijk
  • Vernoemd of genoemd
  • Verschraald bier / verschaald bier
  • Vertalen in / naar / uit
  • Vervangen door / voor
  • Verwesterd / verwesterst
  • Verzekerd voor / tegen brand
  • Verzwelgen / zwelgen
  • Voor het voetlicht / over het voetlicht
  • Voorvoegsel / tussenvoegsel
  • Vrij zijn / vrij hebben
  • Vroegtijdig / voortijdig
  • Waargebeurd
  • Vrienden waarop / op wie je kunt rekenen
  • Waarschuwen voor / tegen gevaar
  • De vrouw waarvan / van wie hij houdt
  • Wachten voor / achter de lijn
  • Wanneer / waarneer
  • Wat voor / welke mensen
  • Weerstand bieden aan / tegen
  • Wees maar niet bang / ben maar niet bang
  • Zwaar wegen / veel wegen
  • Weids / wijds
  • Weifelen / twijfelen
  • Welke / die
  • Welkomsdrankje / welkomstdrankje
  • Wendt of keert / went of keert
  • Werkloos / werkeloos
  • Werkwoordstijden: wordt / is ontworpen
  • Wezen / zijn
  • Wijffie, meissie / wijfie, meisie
  • Willekeurig / onwillekeurig
  • Winstwaarschuwing / verlieswaarschuwing
  • Zeebeving
  • Zeer doen / pijn doen
  • Zelfvoorzienend / zelfvoorziend
  • Ziekteverlof / ziekteverzuim
  • Zij / hen die afstuderen, nodig ik uit
  • De bollenvelden zijn op z’n / hun mooist
  • Zogenaamd, zogenoemd, zogeheten
  • Zo min mogelijk / zo weinig mogelijk
  • Zonsopgang / zonsopkomst
  • Zo’n / zulke rotzooi
  • Zooitje / zootje
  • Zorgelijk / zorgwekkend
  • Zoutloos / zouteloos
  • Zo waarlijk helpe mij God almachtig
  • Je zult / je zal
  • Zwager / schoonbroer
  • Zwoel / zoel
logo
  • Genootschap Onze Taal
  • Paleisstraat 9
  • 2514 JA Den Haag
  • Taalvragen
  • 085 00 28 428 (werkdagen 9.30-12.30 en 13.30-16.00 uur)
  • taaladvies@onzetaal.nl
  • Ledenservice
  • 070 356 12 20 (dinsdag en donderdag 9.30-12.00 uur)
  • info@onzetaal.nl

Blijf op de hoogte!

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief Taalpost.

  • Privacybeleid
  • Algemene voorwaarden
  • Cookies
  • Contact