Wat betekent de zin ‘Vrijspraak is zeker niet denkbeeldig?’
Deze zin houdt in dat vrijspraak zeker mogelijk is. Niet denkbeeldig betekent ‘mogelijk’.
Denkbeeldig betekent ‘alleen in iemands fantasie bestaand, niet werkelijk’. Je hoort bijvoorbeeld weleens dat kleine kinderen een denkbeeldige vriend hebben. Daarmee is bedoeld dat ze deze vriend alleen in hun fantasie hebben - het is geen bestaande persoon.
Als je zegt dat iets niet denkbeeldig is, voeg je een tweede ontkenning toe: er staat nu ‘niet niet-werkelijk’. Daardoor verandert de betekenis in ‘wél werkelijk, goed voorstelbaar’. ‘Vrijspraak is zeker niet denkbeeldig’ betekent ‘het is goed mogelijk dat deze persoon wordt vrijgesproken’.
Niet ondenkbaar
Een vergelijkbare uitdrukking is niet ondenkbaar. Denkbaar betekent ‘bestaanbaar, voorstelbaar’. Als je daar het ontkennende on- voor plakt, krijg je ondenkbaar. Dat betekent dan ‘onbestaanbaar, onvoorstelbaar’. Als je daar weer de ontkenning niet voor zet, ontstaat de betekenis ‘niet onbestaanbaar, niet onvoorstelbaar’, dus: ‘wel voorstelbaar’. ‘Vrijspraak is zeker niet ondenkbaar’ is daardoor ook goed als je wilt uitdrukken dat het goed mogelijk is dat iemand wordt vrijgesproken.
Niet ondenkbeeldig
Een andere combinatie die al vele decennia geregeld voorkomt, is niet ondenkbeeldig. Ondenkbeeldig betekent ‘niet denkbeeldig’, dus ‘niet niet-werkelijk’, oftewel: ‘werkelijk, voorstelbaar’. Als je daar vervolgens de ontkenning niet voor zet (niet ondenkbeeldig), krijg je de betekenis ‘niet werkelijk, niet voorstelbaar’.
Dat je door al die ontkenningen in niet ondenkbeeldig de draad gemakkelijk kwijtraakt, blijkt uit het voorkomen van zinnen als ‘Vrijspraak is zeker niet ondenkbeeldig.’ Nu krijgt niet ondenkbeeldig de betekenis ‘voorstelbaar’, terwijl het eigenlijk juist ‘níét voorstelbaar’ zou moeten betekenen.
De woordenboekredacties van Van Dale hebben deze betekenisontwikkeling ook gezien. De Dikke Van Dale heeft ondenkbeeldig in 2019 zelfs opgenomen in de ‘onlogische’ betekenis ‘ondenkbaar’, dus: ‘niet voorstelbaar’. Daarbij staat het voorbeeld ‘het is niet ondenkbeeldig dat …’, met de toevoeging: “vaak ten onrechte gebruikt voor: het is niet denkbeeldig dat …” Van Dale Hedendaags Nederlands is nog explicieter: “dat is niet ondenkbeeldig, veelgemaakte fout voor: dat is niet denkbeeldig”.
Wees zuinig met ontkenningen
Met ontkenningen als het is niet denkbeeldig, het is niet ondenkbaar en zeker het is niet ondenkbeeldig maak je het je lezers dus moeilijk. Het is beter te kiezen voor bijvoorbeeld het is mogelijk, het is voorstelbaar en het zou zomaar kunnen.
Zinnen waarin een stapeling van ontkenningen voorkomt, zijn sowieso moeilijk voor veel lezers. Pas dus ook op met zinnen als:
- Hij is niet ongenegen om mee te werken. (‘hij is genegen mee te werken’, oftewel ‘hij wil waarschijnlijk wel meewerken’)
- Het bezwaar lijkt me niet onoverkomelijk. (‘het bezwaar is overkomelijk’ oftewel ‘het bezwaar is op te lossen’)
- De methode is niet onfeilbaar. (‘de methode is feilbaar’, oftewel: ‘de methode levert niet altijd het gewenste resultaat op’, ‘deze methode kan tot fouten leiden’)
- De methode is niet feilloos. (‘de methode is niet perfect’, oftewel: ‘de methode levert niet altijd het gewenste resultaat op’, ‘deze methode kan tot fouten leiden’)
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!