Waarom zijn zinnen met ontkenningen vaak moeilijker te begrijpen?
Als een zin ontkenningen bevat, kost het lezers meer moeite om te begrijpen wat er wél gaat gebeuren, of wat er wél aan de hand is.
Niet en geen zijn de bekendste ontkennende woorden. Je kunt deze woorden gerust gebruiken om te zeggen dat iets niet het geval is, niet zal gebeuren, niet gebeurd is, niet (meer) beschikbaar is, enz. Voorbeelden:
- Het artikel was gewoon niet goed. Daarom hebben we het niet geplaatst.
- De gemeente is niet akkoord gegaan met mijn verzoek.
- Ik heb nog geen goede voornemens voor het nieuwe jaar.
Andere duidelijke ontkenningen zijn nooit, nergens en niemand. Voorbeelden:
- Trek nooit aan deze hendel.
- Dit product is nergens goedkoper verkrijgbaar.
- Er was niemand aanwezig.
Positief formuleren
Toch is het goed om je af te vragen of een ontkenning echt nodig is. Positief formuleren – zonder ontkenning dus – maakt je tekst niet alleen duidelijker, maar ook aansprekender. Als je wilt dat je lezers iets gaan doen, is positief formuleren sowieso de beste keus. Bijvoorbeeld:
1a Als u het formulier niet op tijd instuurt, ontvangt u uw uitkering mogelijk ook niet op tijd.
1b Stuur het formulier op tijd in, want dan ontvangt u uw uitkering ook op tijd.
2a U mag uw grofvuil niet de avond voor de ophaaldag al buitenzetten. En ook niet na 7.30 uur op de ophaaldag.
2b U mag uw grofvuil alleen op de ophaaldag zelf buitenzetten. Doe dat vóór 7.30 uur.
De positief geformuleerde b-zinnen maken duidelijker wat de lezer moet doen.
Verborgen ontkenningen
Er zijn ook ontkennende woorden die minder opvallen. Omdat lezers goed moeten opletten bij deze woorden, maken ze een zin direct moeilijker. Voorbeelden zijn: evenmin, tenzij, verre van, ontkennen, nalaten, vermijden, verhinderen, ongunstig, incompleet. Als je duidelijk wilt schrijven voor een breed publiek, gebruik deze woorden dan niet. Kies voor een andere formulering. Voorbeelden:
3a De gemeente ontkende toestemming te hebben gegeven.
3b De gemeente zei dat ze geen toestemming had gegeven.
4a Leg je zorgen over de planning niet bij hen neer. Vertel evenmin over je onzekerheden over de financiering.
4b Leg je zorgen over de planning niet bij hen neer. Vertel ook niet over je onzekerheden over de financiering.
5a U kunt gewoon om 10.00 uur komen, tenzij u zich nog moet inschrijven.
5b U kunt gewoon om 10.00 uur komen. Kom iets eerder als u zich nog moet inschrijven.
In de b-zinnen zijn de ontkenningen duidelijker óf zijn ze vervangen door een positieve formulering.
Twee of meer ontkenningen
Gebruik nooit meerdere ontkenningen in één zin als je schrijft voor een breed publiek. Je maakt je zinnen daarmee namelijk meteen een stuk moeilijker. Dat geldt nog sterker als een van de ontkenningen een ‘verborgen’ ontkenning is. Voorbeelden:
6a We zien geen reden om niet door te gaan met de procedure.
6b Wij denken/vinden dat we kunnen doorgaan met de procedure.
7a Er bestaat niemand die nooit heeft gelogen.
7b Iedereen heeft weleens gelogen.
8a Het is niet ondenkbaar dat er onduidelijkheden zijn.
8b Misschien is niet alles duidelijk. / Het is mogelijk dat niet alles duidelijk is.
9a De commissie zal niet afzien van deze eis, omdat niet kan worden afgeweken van de procedure.
9b De commissie houdt vast aan deze eis, omdat ze zich aan de procedure moet houden.
10a We kunnen niet ontkennen dat de dreiging van terrorisme nooit helemaal afwezig is.
10b We kunnen niet ontkennen dat er altijd enige dreiging van terrorisme is. / We moeten toegeven/accepteren dat er altijd enige dreiging van terrorisme is.
Als je meerdere ontkenningen in één zin gebruikt, wil je je vaak voorzichtig uitdrukken. Maar daarmee maak je je tekst meteen ook omslachtig. Omslachtigheid past niet in teksten die begrijpelijk moeten zijn voor een breed publiek. Dan is het juist belangrijk om direct en concreet te schrijven. Ga dus op zoek naar andere manieren om nuance aan te brengen. In 7b geeft weleens een nuance aan en in 8b misschien en mogelijk.
Als je klikt op het tabblad ‘Voorbeelden’ hierboven, zie je een lijst met veelvoorkomende woorden waarmee je moet oppassen, omdat er een ontkenning in verstopt zit.
Hieronder staan veelvoorkomende ontkennende woorden waarin de ontkenning verborgen is. Combineer ze niet met een ander ontkennend woord. Als je ze kunt vervangen door een alternatief, doe dat dan.
- abnormaal - niet normaal
- afhouden van - zorgen dat iemand iets niet kan doen
- afunctioneel - niet goed werkend
- afwezig zijn - er niet zijn
- afwijzen - niet accepteren
- afzien van - bewust iets niet doen
- allerminst - helemaal niet
- amoreel - met een slecht karakter, zonder normen en waarden
- apolitiek - niet politiek
- areligieus - zonder religie
- belemmeren - niet toestaan/toelaten, zorgen dat iets niet gebeurt
- beletten - zorgen dat iets niet gebeurt
- deloyaal - niet trouw
- desintegreren - uit elkaar vallen
- disfunctioneel - niet goed werkend
- disfunctioneren - niet (goed) functioneren, het niet goed doen
- disrespect - niet beleefd, onbeleefd
- gespeend zijn van - een eigenschap niet hebben, iets niet zijn
- inadequaat - niet goed genoeg
- incompleet - niet compleet
- moeilijk kunnen beweren dat - niet goed/echt kunnen beweren/zeggen dat
- nalaten - iets niet doen
- nauwelijks - bijna niet, bijna geen
- negeren - doen alsof iets of iemand er niet is
- net zomin x als y - x niet en y ook niet
- niet-aflatend - steeds maar doorgaand
- x noch y - x niet en y ook niet
- non-actief - niet meer actief, niet werkend
- non-alcoholisch - zonder alcohol
- non-profit - die geen winst hoeven te / willen maken
- non-respons - aantal mensen dat niet antwoordde
- non-stop - altijd maar doorgaand
- onbekwaam - ergens niet goed in, ergens niet voor opgeleid
- ontbreken - er niet zijn
- ontduiken - niet willen betalen, je verstoppen
- onthouden - iets niet geven of toestaan
- ontkennen - zeggen dat iets niet zo is
- ontlopen - weglopen voor iets, iets niet willen doen
- zich onttrekken aan - niet doen, ergens niet aan meedoen
- ontwijken - niet antwoorden, zorgen dat je niet botst met iets
- ontzeggen - iemand iets niet willen geven; zeggen dat iemand een eigenschap niet heeft
- ontzenuwen - bewijzen dat iets niet waar is
- slechts x doen - niet meer doen dan x
- tegengaan - (proberen te) zorgen dat iets niet gebeurt
- tegenhouden - zorgen dat iets niet gebeurt of dat iemand iets niet doet
- tegenwerken - ervoor zorgen dat iets niet lukt
- uitsluiten - niet toelaten, zeggen dat iets niet/nooit zal gebeuren
- verhinderen - zorgen dat iets niet gebeurt
- vermijden - iets niet doen, ergens uit de buurt blijven
- verre van - zeker niet
- verwerpen - niet aannemen, niet opvolgen, niet doen
- verzuimen - iets niet doen terwijl je dat wel moet doen
- voorkomen - zorgen dat iets niet gebeurt
- waken voor - (kán betekenen:) zorgen dat iets niet gebeurt
- wangedrag - heel slecht gedrag
- wanpresteren - niet goed presteren, het niet goed doen
- weglaten - niet noemen of opnemen
- weigeren - iets niet willen doen of toestaan
- weinig - bijna niet, bijna geen
Oefenen?
Wil je oefenen met duidelijk schrijven? Volg dan onze training ‘Duidelijke zinnen schrijven’. In deze praktijkgerichte training leren we je stap voor stap wat de kenmerken van duidelijke zinnen zijn en hoe je zulke zinnen zelf kunt ‘bouwen’. Ook krijg je door deze training meer inzicht in wat er in het hoofd van lezers gebeurt als zij proberen informatie uit een ingewikkelde zin te halen. Aan het eind van de training weet je hoe je zinnen zo kunt opbouwen dat de structuur, formulering en het woordgebruik de lezer juist helpen de boodschap te begrijpen.