Waken voor heeft twee betekenissen die elkaars tegenovergestelde zijn: ‘erop letten dat iets niet gebeurt’ én ‘ervoor zorgen dat iets wél gebeurt’.

Waken voor: ‘erop letten dat iets niet gebeurt’

In waken voor zit voor veel taalgebruikers al een ontkenning ‘verstopt’. Waken voor betekent voor hen ‘erop toezien dat iets niet gebeurt’, dus: ‘let erop dat niet ...,’, ‘zorg ervoor dat niet ...’ Een vergelijkbare ‘verborgen’ ontkenning zit in werkwoorden als voorkomen, beletten en verbieden. Als in het vervolg van een zin met zo’n werkwoord nóg een ontkenning voorkomt, ontstaat een dubbele ontkenning. Doordat de ene ontkenning de andere als het ware opheft, kan er dan precies het tegenovergestelde staan van wat bedoeld is. Bijvoorbeeld:

  • Ik verbied je dat je niet naar Amsterdam gaat. (vreemde zin: verbieden betekent al ‘ik wil niet dat je gaat’ → niet moet weg)
  • Mijn werk belet me dat ik niet op vakantie ga. (vreemde zin: beletten betekent al ‘ik kan niet gaan’ → niet moet weg)
  • We moeten zien te voorkomen dat er geen ongelukken gebeuren. (vreemde zin: voorkomen betekent al ‘zorgen dat de ongelukken niet gebeuren’ → geen moet weg)

Zo beschouwd zou ook dit een vreemde zin moeten zijn:

  • We moeten ervoor waken dat de bezuinigingen niet de zwaksten treffen. (waken voor betekent al ‘de armsten moeten niet getroffen worden’)

Voor veel mensen is deze laatste zin echter tóch een goede zin. Dat komt doordat waken voor voor hen een andere betekenis heeft.

Waken voor: ‘ervoor zorgen dat iets wél gebeurt’

Waken voor komt ook voor in de betekenis ‘ervoor zorgen dat iets wél gebeurt, iets bevorderen’. Op basis van deze betekenis is ‘We moeten ervoor waken dat de bezuinigingen niet de zwaksten treffen’ wél juist. Er staat nu: ‘We moeten er goed op letten / ervoor zorgen dat de bezuinigingen niet de zwaksten treffen.’

Dit maakt het gebruik van waken voor een beetje ‘gevaarlijk’: de lezer kan de zin anders opvatten dan je bedoelt. Het is beter te kiezen voor erop letten dat niet ... of ervoor zorgen dat niet ... Vergelijk de onderstaande zinnen, waarbij het aan te raden is de laatste zin te gebruiken.

  • We moeten ervoor waken dat de insectenpopulatie de kans krijgt te groeien. (betekent voor sommigen: ‘voorkomen dat er meer insecten komen’, terwijl waarschijnlijk bedoeld is ‘ervoor zorgen dat er meer insecten komen’)
  • We moeten ervoor waken dat de insectenpopulatie niet de kans krijgt te groeien. (betekent voor sommigen: ‘goed opletten dat er niet meer insecten komen’; voor anderen – die weten dat de insecten uitsterven – een vreemde zin)
  • We moeten ervoor zorgen dat / doen wat nodig is zodat / maatregelen treffen zodat de insectenpopulatie gaat groeien. (veilige keus)

Waken tegen: ‘voorkomen’

Waken kan ook samengaan met het voorzetsel tegen. Het betekent dan altijd ‘voorkomen’, ‘erop letten dat iets niet gebeurt’. Datgene waartegen gewaakt wordt, is iets vervelends of negatiefs.

  • We moeten ertegen waken dat er misverstanden ontstaan.
  • Er wordt tegen gewaakt dat onbevoegden toegang krijgen tot de gegevens.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag