In de tuin: vlak bij een huis

Met in de tuin is meestal de voor- of achtertuin van een huis bedoeld. Als je bij iemand aanbelt en het duurt even voordat er wordt opengedaan, kan de persoon in kwestie zeggen: ‘Het duurde even voor ik opendeed, want ik was in de tuin.’ Het voorzetsel in legt enige nadruk op de ‘ruimte’ waarbinnen iemand zich bevindt.

Op de tuin: andere locatie

Met op de tuin wordt meestal een andere locatie bedoeld, bijvoorbeeld een moestuin, een volkstuin of een schooltuintje. Als je bij iemand aanbelt en degene die opendoet zegt: ‘Ze is op de tuin’, dan is de persoon naar wie je op zoek bent waarschijnlijk ergens anders. Het voorzetsel op geeft dan vooral een locatie aan. Het is iets minder specifiek (iets abstracter) dan in

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!