Welk voorzetsel is juist in ‘Ik woon op/in/aan de Herenstraat’?

Op, in en aan zijn alle drie goed in combinatie met een straatnaam die op -straat eindigt: op de Herenstraat, in de Herenstraat, aan de Herenstraat.

Straatnamen kun je met verschillende voorzetsels combineren. Afhankelijk van het soort straatnaam past het ene voorzetsel soms beter dan het andere.

Straat: op/in/aan

In combinatie met een straatnaam die op -straat eindigt, komen op, in en aan alle drie vaak voor.

Een vriendin van me heeft een appartement op de Kerkstraat.
Hoe is het met dat huis in de Parkstraat waarvoor je zoveel belangstelling had?
Ik woon al jaren aan de Lange Nieuwstraat.

Plein, weg, laan enz.: op/aan

Bij straatnamen die iets ruims of breeds aanduiden, zoals plein of markt, zijn op en aan mogelijk.

Ik heb in mijn studententijd op de Grote Markt gewoond.
Er staan vier huizen te koop op het Dorpsplein.
Ken je de bakkerij aan de Beestenmarkt?

Bij de meeste andere straatnamen – zoals weg, laan, singel, gracht en kade – komt aan het vaakst voor, maar op is ook mogelijk.

Het bedrijf is gevestigd aan de Voorschoterweg.
Zijn tante heeft een villa aan de Boslaan.
Ze heeft een huis aan de Witte Singel gekocht.
De koffiehandelaar woonde op de Lauriergracht.
Mijn ouders wonen op de Hobbemakade.

Steeg: in/aan

Een steeg (een nauw straatje in een stad) wordt meestal met in gecombineerd. In sommige regio’s kan een steeg ook een voetpad of smalle weg (buiten de stad) zijn; dan komt aan ook voor.

Er zitten veel leuke restaurantjes in de Zakkendragerssteeg.
De laatste populieren aan de Veensteeg worden gekapt.

Geen standaardstraatnaam: op/in/aan

Voor andersoortige straatnamen, zoals Wipmolen, Ranonkel, Goudkarper en Meent, zijn geen tendensen te benoemen. Je kunt dan kiezen wat het beste klinkt: op, in of aan. Soms is er in een bepaalde plaats of streek een voorkeur voor een van die voorzetsels.