Soms kun je geen persoonlijke voorkeur achterhalen en zul je de knoop zelf moeten doorhakken.In de praktijk zijn er drie tendensen, die naast elkaar voorkomen.

Specifiek vrouwelijk: coördinatrice

Er is een groep taalgebruikers die een voorkeur heeft voor de vrouwelijke vorm, bijvoorbeeld: directrice, beleidsadviseuse, boerin, groentevrouw.

Een voordeel hiervan is dat vrouwen ‘zichtbaarder’ worden. Veel mensen denken bij een directeur of adviseur automatisch aan een man, terwijl het net zo goed een vrouw kan zijn. Als je directrice of adviseuse gebruikt, is meteen duidelijk dat het om een vrouw gaat. 

Een nadeel van deze vormen is dat ze voor sommigen de status van het beroep verlagen: iemand is in hun ogen directrice van een kostschool en directeur van een groot bedrijf. En bij een adviseuse denken ze bijvoorbeeld aan iemand die adviseert over kleding, haar of nagels, en bij een adviseur aan iemand die over je hypotheek of bedrijfsplan adviseert. Of bij een coördinatrice aan iemand die met vrijwilligers werkt en bij een coördinator aan iemand in de meer professionele sfeer.

Dit is op zichzelf natuurlijk onzin; dit effect zou ook snel kunnen verdwijnen als vrouwen in ‘hoge’ functies consequent deze vrouwelijke vormen zouden gebruiken.

Met name in kunstzinnige beroepen, in beroepen in de media en als het gaat om sport is de specifiek vrouwelijke vorm juist wél gebruikelijk: actrice, dirigente, presentatrice, schrijfster, zangeres, zwemster, schaatsster, fietsster. Daarnaast lijken schilder, dichter en kunstenaar weer gebruikelijker dan schilderes, dichteres en kunstenares.

Van sommige beroepen (ingenieur, dominee, dokter) is de vrouwelijke vorm ongebruikelijk: ingenieure, dominese en dokteres zijn op zichzelf weliswaar mogelijk, maar komen waarschijnlijk vreemd over op veel lezers. 

Sekseneutraal/genderoverkoepelend: coördinerende (persoon)

Er zijn ook taalgebruikers die de voorkeur geven aan beroepsnamen die het geslacht in het midden laten (de ‘sekseneutrale’ aanduidingen), zoals leerkracht, taalkundige, leidinggevende en verpleegkundige. Bij woorden als timmerman is er dan een probleem: timmerpersoon is een ongebruikelijk woord – zulke oplossingen doen vaak nogal gekunsteld aan. Dat geldt ook (nog) voor woorden als verzorgende en coördinerende. Ze komen dan ook weinig voor.

De mannelijke vorm als neutrale aanduiding: coördinator

Een derde groep taalgebruikers gebruikt het liefst de mannelijke vorm, omdat dat in de meeste gevallen de algemene aanduiding is voor ‘iemand (m/v/x) met dit beroep’. Deze tendens is bij de meeste beroepsaanduidingen gebruikelijk: afdelingscoördinator, beleidsadviseur, redacteur, Kamervoorzitter, directeur, enz. Veel vrouwen hebben zelf ook een voorkeur voor deze ‘neutrale’ vorm, ook al is het grammaticaal een mannelijke vorm. Deze mogelijkheid leek de laatste decennia de overhand te krijgen, maar sinds ongeveer 2020 lijkt daar verandering in te komen. (Zie bijvoorbeeld dit Onze Taal-artikel van Irene de Pous (oktober 2020): ‘Vanaf nu een redactrice’.)

Kortom: als je wilt schrijven over een vrouw die een coördinerende taak heeft, en je weet niet hoe zij die functie zelf omschrijft, kun je kiezen voor:

  • coördinerend manager, coördinerend verantwoordelijke (neutraal, maar wel omslachtig)
  • coördinerende, coördinerende persoon (neutraal, maar wel afstandelijk en ongebruikelijk)
  • coördinator (als neutrale vorm, maar het blijft uiteindelijk een mannelijk woord)
  • coördinatrice (vrouwelijke vorm, maar deze vorm kán afbreuk doen aan de status van het beroep)

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail