Waar komt het woord allochtonen vandaan? Wordt het nu beschouwd als een stigmatiserend begrip of niet, en wat is een alternatief?
Het woord allochtoon is gevormd op basis van de Griekse woorden allos (‘ander’) en chtoon (‘land’). Een allochtoon is dus letterlijk ‘iemand uit een ander land’. Het woord heeft vaak een negatieve bijklank. Migrant is bijvoorbeeld neutraler.
Hoewel allochtoon letterlijk ‘iemand uit een ander land’ betekent, wordt het sinds eind jaren negentig vooral gebruikt voor mensen die uit een niet-westers land komen of voor (niet-witte/blanke) mensen van wie de ouders een niet-westerse achtergrond hebben.
Geschiedenis van het woord allochtoon
Van Dale vermeldt allochtoon voor het eerst in 1961, maar dan nog als bijvoeglijk naamwoord met de betekenis ‘van elders aangevoerd, gevormd uit van elders aangevoerd materiaal’. Deze betekenis is afkomstig uit de geologie. Pas in 1971 werd het begrip allochtoon (door de sociologe Hilde Verwey-Jonker) geïntroduceerd als een neutraal alternatief voor gastarbeider, buitenlander of immigrant. Ook autochtoon werd van oorsprong alleen in de geologie gebruikt, zij het dat dit woord al in de negentiende eeuw voorkwam. In de loop van de tijd is de term autochtonen ook in gebruik geraakt als aanduiding van de oorspronkelijke bewoners van een land of gebied.
In de jaren negentig raakte de aanduiding allochtonen ingeburgerd. Tegelijkertijd begonnen de discussies over het gebruik van het woord. Zie voor details het dossier over het woord allochtoon. Sinds de jaren negentig wordt de benaming allochtonen hoe langer hoe meer als stigmatiserend ervaren.
Alternatieven
Welke alternatieven voor allochtonen zijn er? En welk alternatief is het best?
- Vaak is het helemaal niet nodig om iemands herkomst of achtergrond te benadrukken. Als het wel relevant is, heeft een specifieke aanduiding de voorkeur. Bijvoorbeeld: een Surinamer, een Turkse of Somaliër, een Marokkaanse Nederlander, een Eritrees-Nederlandse juriste of iemand met Tunesische ouders.
- Het begrip migranten wordt gebruikt voor iedereen die niet in Nederland geboren is, maar zich er, om welke reden dan ook, (onlangs) heeft gevestigd. Dat kunnen zowel vluchtelingen als asielzoekers als expats zijn. Mensen die in Nederland zijn geboren, zijn dus geen migranten. Ze kunnen wel ouders hebben die migranten zijn/waren.
- Gaat het om groepen mensen, dan kun je een onderscheid maken tussen migranten uit Europa, migranten van buiten Europa, migranten uit Afrika, enz. Landen als Turkije, Marokko en Suriname worden weleens klassieke migratielanden genoemd.
- In kranten en tijdschriften kom je vaak de term etnische minderheden tegen. Ook daarbij gaat het om groepen inwoners en niet om individuele personen.
- Termen als medelander en nieuwe Nederlander zijn overduidelijk bedoeld als eufemisme en schieten daardoor hun doel voorbij. Ze maken impliciet een onderscheid tussen verschillende soorten Nederlanders, waarbij de suggestie blijft dat sommige Nederlanders méér Nederlander zijn dan andere.
Welke term je ook kiest, het hangt vooral van je tekst zelf af (de formulering, de toon en het waarheidsgehalte) of die geen onbedoelde waardeoordelen bevat.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!