Als een woord niet in de woordenboeken staat, mag je het dan ook niet gebruiken?
Ook woorden die (nog) niet in (alle) woordenboeken staan, kunnen goede Nederlandse woorden zijn. Je kunt ze meestal gerust gebruiken.
Voorbeelden van woorden die niet in Van Dale staan (het dikste Nederlandse woordenboek), zijn academisering, facturatie en veiligwerkencampagne. Toch bestaat er geen enkel bezwaar tegen het gebruik van deze woorden. Zo zijn academisering en facturatie woorden die geregeld voorkomen (dat is bijvoorbeeld via internet te controleren). Maar ook als dat niet zo is, kun je ze meestal gerust gebruiken. Dat is zeker het geval als ze bestaan uit andere bekende woorden, zoals veiligwerkencampagne. Als je denkt dat een lezer het woord niet meteen zal begrijpen, is het handig om het één keer toe te lichten.
Praktische beperkingen
Dat niet alle bestaande woorden in een woordenboek terug te vinden zijn, heeft te maken met een aantal factoren. Een belangrijke factor is ruimtegebrek: in het Nederlands bestaan (waarschijnlijk) enkele miljoenen woorden. Het is onmogelijk die allemaal in een woordenboek op te nemen. Een woordenboek als de (dikke) Van Dale omschrijft rond de 250.000 woorden. In het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT, 29 delen) staan zo’n 400.000 trefwoorden. Kleinere handwoordenboeken bevatten meestal rond de 60.000 trefwoorden. In elektronische versies van woordenboeken is natuurlijk meer ruimte dan in papieren versies. Daardoor zijn daar meer trefwoorden in te vinden, maar geen miljoenen.
Nieuwe woorden
Bovendien ontstaan er dagelijks nieuwe woorden. Die worden gevormd op basis van bestaande woorden of overgenomen uit andere talen. En af en toe wordt er een ‘echt nieuw’ woord bedacht. Van woorden die zijn afgeleid van of samengesteld uit bestaande woorden is de betekenis meestal direct duidelijk. Daarom zijn zulke woorden vaak niet in woordenboeken te vinden. Bardienst is daarvan mogelijk een voorbeeld: uit de betekenissen van de woorden bar en dienst blijkt al de betekenis van het geheel. Iets dergelijks geldt voor verkleving: dat staat niet in Van Dale, maar het is met het achtervoegsel -ing af te leiden van het wél opgenomen verkleven.
Woordenboekredacties hebben criteria waaraan woorden moeten voldoen voordat ze in het woordenboek worden opgenomen. Een woord moet bijvoorbeeld gedurende een bepaalde tijd (meestal een aantal jaren) met een zekere regelmaat gebruikt worden in boeken, kranten, tijdschriften en op radio, televisie en internet. Door deze eisen verdwijnen er overigens ook wel woorden uit de woordenboeken, maar dat duurt meestal vrij lang.
Jargon
Ten slotte zijn er ook nog jargonwoorden: woorden die binnen een bepaalde (beroeps)groep of subcultuur veel gebruikt worden, maar daarbuiten niet of nauwelijks. Zulke woorden komen vaak niet in algemene woordenboeken terecht. In teksten voor een groot publiek kunnen ze dan ook beter vermeden worden, behalve als ze van een toelichting worden voorzien. Zijn de lezers van de teksten ‘ingewijden’, dan kunnen dergelijke termen natuurlijk wel gebruikt worden.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen