Samenstellingen: alle delen kunnen zelfstandig voorkomen

Samenstellingen bestaan bijvoorbeeld uit twee zelfstandige naamwoorden: huis en deur worden samen huisdeur. Maar ook andere (langere) combinaties zijn mogelijk:

  • langetermijnplanning bestaat uit een bijvoeglijk naamwoord (lang) en twee zelfstandige naamwoorden (termijn en planning)
  • spinnewiel bestaat uit een deel van het werkwoord spinnen en het zelfstandig naamwoord wiel 
  • bovenhuis bestaat uit het bijwoord boven en het zelfstandig naamwoord huis
  • tv-programma  bestaat uit de afkorting tv en het zelfstandig naamwoord programma
  • 24-jarig bestaat uit het getal 24 en het bijvoeglijk naamwoord jarig

Al deze woorddelen kunnen ook zelfstandig in een zin voorkomen.

Afleidingen: niet alle delen kunnen zelfstandig voorkomen

Afleidingen zijn woorden waarvan níét alle delen zelfstandig kunnen voorkomen. Verkleinwoorden zijn een goed voorbeeld van afleidingen: in bloempje en tv’tje zijn -pje en -tje woorddelen die niet los kunnen voorkomen, maar alleen maar als achtervoegsel, dus vastgeplakt aan een ander woord. In hartelijk en hartig zijn -elijk en -ig achtervoegsels. In de afleiding berusting is be- een voorvoegsel en -ing een achtervoegsel.

Ook meervouden (met de uitgangen -s en -en) en werkwoordvervoegingen (stuurde van de werkwoordstam stuur) worden vaak tot de afleidingen gerekend – maar zie het tabblad ‘Achtergrond’.

Proza-auteur, prozaïsch

Het verschil tussen samenstellingen en afleidingen blijkt bijvoorbeeld bij klinkerbotsing. Bij samenstellingen haal je de ‘botsende’ klinkers uit elkaar met een streepje: proza-auteur, zee-eend, politie-informant. Bij afleidingen gebruik je een trema om aan te geven bij welke klinker de nieuwe lettergreep begint: prozaïsch, kanoën, beïnvloeden, beëindigen.

Ook bij cijfers, symbolen en afkortingen is er een verschil. Er staat een streepje in samenstellingen als 80-jarige, 50+-doelgroep en sms-bericht. In afleidingen als A4’tje, 50+’er, D66’er, sms’je en sms’en staat een apostrof.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag

Vervoeging en verbuiging

Werkwoordsvormen zoals stuurde en meervouden zoals oma’s worden vaak afleidingen genoemd. Als je precies wilt zijn, klopt dat niet. Deze vormen vallen eigenlijk onder de noemer ‘flexie’, een verzamelterm voor verbuigingen en vervoegingen.

Het verschil tussen afleiding en flexie is in feite klein. Een afleiding wordt meer als nieuw woord op zichzelf gezien, terwijl het bij flexie gaat om vormen van een en hetzelfde woord in een andere grammaticale context. Zo zijn besturen en sturing – als afleidingen van stuur – andere woorden, met een eigen betekenis. Maar de vervoegingen stuurt en stuurde zijn verschillende vormen van een en hetzelfde werkwoord: sturen.

In deze gevallen is er sprake van flexie:

  • werkwoordsvervoegingen: stuurtstuurde, gestuurd
  • meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden: deuren, oma’s
  • buigings-e van bijvoeglijke naamwoorden: beroemde, zachte
  • trappen van vergelijking van bijvoeglijke naamwoorden: beroemder, beroemdst

Bij al deze vormen wordt gebruikgemaakt van voor- en achtervoegsels, die geen zelfstandige woorden zijn. Daarom worden ze ook weleens afleidingen genoemd.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!