Wat is juist: ‘Iedereen heeft er toegang toe’ of ‘Iedereen heeft er toegang tot’?
Toe is goed: ‘Iedereen heeft er toegang toe.’ Het is ‘toegang tot iets krijgen’ maar ‘er toegang toe krijgen’.
Tot verandert in toe als je het met er, daar, hier of waar combineert: ertoe, daartoe, hiertoe, waartoe. In grammaticale termen: het voorzetsel tot verandert in het bijwoord toe.
Voorbeelden
- Vraag je chef om toegang tot deze beschermde omgeving.
- Vraag je chef om toegang hiertoe.
- Als je lid wordt, krijg je toegang tot die informatie.
- Als je lid wordt, krijg je daar toegang toe.
- Het leidt tot grote voldoening.
- Waar leidt dat toe?
Met wordt mee
Een ander voorzetsel dat als bijwoord een andere vorm heeft dan als voorzetsel is met. Dat wordt mee:
- Ze is blij met de loting!
- Ze is er blij mee.
- Kan ik je helpen met die klus?
- Kan ik je daarmee helpen?