Het werkwoord vergeten heeft twee betekenissen: ‘iets niet meer weten, je iets niet meer herinneren, ergens niet aan gedacht hebben’ en ‘verzuimen iets te doen, verzuimen iets mee te nemen/brengen’.

Ben vergeten = ‘niet meer weten’

Vergeten in de betekenis ‘niet meer weten, je iets niet meer herinneren, ergens niet aan gedacht hebben’ krijgt in de voltooid tegenwoordige tijd bij voorkeur het hulpwerkwoord zijn bij zich:

  • Ik ben zijn naam vergeten.
  • Ben je nu alweer je inlogcode vergeten?
  • Ze waren vergeten dat de winkel op maandag gesloten is.

Ben/heb vergeten = ‘verzuimen te doen’

Bij vergeten in de betekenis ‘verzuimen iets te doen of mee te nemen/brengen’ zijn zowel hebben als zijn juist in de voltooide tijd. Daarmee hangt een subtiel betekenisverschil samen:

  1. Ik heb de boeken vergeten mee te brengen.
  2. Ik ben de boeken vergeten mee te brengen.

Zin 1 legt meer nadruk op datgene wat de ik heeft gedaan: op het niet-meebrengen van de boeken door de ‘ik’. Zin 2 legt meer nadruk op de situatie nu, zonder boeken.

Dit subtiele betekenisverschil tussen een voltooide tijd met hebben en zijn is veel beter zichtbaar bij werkwoorden die een beweging uitdrukken, zoals lopen:

  • Ik heb door het bos gelopen. (nadruk op de handeling: het lopen)
  • Ik ben door het bos gelopen. (nadruk op het resultaat van het lopen: de bestemming)

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag