Het Nederlands kent verschillende woorden die op eindigen en een persoon aanduiden, zoals logé, employé, attaché en prostitué. Zo gespeld gaat het om de mannelijke variant, die van oudsher ook als (gender)neutrale vorm wordt gebruikt. Van die woorden op bestaat een exclusief vrouwelijke variant op -ee: logee, employee, attachee, prostituee, enz. Een zin als ‘We hadden gisteren logees’ betekent dus dat er alleen vrouwelijke slaapgasten waren, terwijl ‘We hadden gisteren logés’ in het midden laat of het om mannen, vrouwen of een combinatie ging. (Zie ook de pagina over introducee.)

Het accent aigu vervalt bij de vrouwelijke vorm (logé wordt dus niet logée), omdat het voor de uitspraak niet nodig is. Beide meervoudsvormen – zowel logés als logees – worden zonder apostrof geschreven. (Zie ook de pagina over cafés.)

Dergelijke woorden op (of -ee) zijn over het algemeen leenwoorden uit het Frans. Logé is enigszins een uitzondering: logé bestaat in het Frans niet als zelfstandig naamwoord, maar alleen als voltooid deelwoord van het werkwoord loger (‘logeren’). Een zuiver leenwoord is het dus niet.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!