Als iemand bevoegd is tot het ondertekenen van een document, is hij of zij dan tekenbevoegd, tekeningbevoegd of tekeningsbevoegd?
Tekeningsbevoegd is mogelijk, maar tekenbevoegd heeft de voorkeur. Bedoeld is: ‘het recht hebben om iets te tekenen’. De vorm tekeningbevoegd, zonder tussen-s, is erg ongebruikelijk.
Tekeningsbevoegd is een samenstelling van het zelfstandig naamwoord tekening en het bijvoeglijk naamwoord bevoegd. Tekening slaat op ‘het (onder)tekenen van iets’. Het is afgeleid van tekenen in de betekenis ‘ondertekenen’ (denk aan: ‘U kunt hier tekenen’). Het zelfstandig naamwoord tekening is in de betekenis ‘ondertekening’ alleen niet zo gebruikelijk.
Tekenbevoegd is een samenstelling van de werkwoordsstam teken en het bijvoeglijk naamwoord bevoegd. In deze samenstelling ligt de nadruk meer op de activiteit ‘tekenen’ en daardoor is tekenbevoegd concreter. Je zou tenslotte eerder spreken van ‘bevoegd om te tekenen’ dan van ‘bevoegd tot tekening’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!