Hoe vind je de stam van een werkwoord?
De stam vind je in de meeste gevallen door van het hele werkwoord -en af te halen. De stam is niet altijd gelijk aan de ik-vorm.
Wat je na het weghalen van -en overhoudt, is de stam. De stam van worden is word, de stam van houden is houd, die van draaien is draai, enz. De stam is een hulpmiddel bij de vervoeging van werkwoorden.
Bij sommige werkwoorden ziet de stam er wat raar uit: als je bijvoorbeeld bij beloven de letters -en weghaalt, krijg je belov. Toch is belov echt de stam van beloven. Als je er werkwoordsvormen mee vormt, moet je deze stam wel wat aanpassen. Dat leggen we hieronder uit.
De stam wordt soms verward met de ik-vorm van een werkwoord, maar het zijn verschillende begrippen en vaak ook verschillende vormen.
Ik-vorm of stam
Bij de vervoeging van werkwoorden is de ik-vorm eigenlijk belangrijker dan de stam. De ik-vorm is namelijk datgene waar je de uitgangen voor de tegenwoordige tijd (-t), de verleden tijd (-de/-den of -te/-ten) en het voltooid deelwoord (-d of -t) aan vastplakt.
Om de juiste ik-vorm beloof te krijgen, moet je de o van de stam belov verdubbelen. Ook moet de v een f worden. Ooit is namelijk afgesproken dat de v nooit aan het einde van een lettergreep in een Nederlands woord kan voorkomen. Daarom is het ik beloof en ik beloofde (f aan het eind van een lettergreep), naast zij beloven (de lettergreepgrens ligt nu na de o: be-lo-ven).
Nog een voorbeeld: de stam van reizen is reiz; de ik-vorm wordt ik reis, want ook de z kan niet als slotletter voorkomen. Het is dus zij reisden (s aan het einde van een lettergreep), naast zij reizen met een z (lettergreepgrens na de ei: rei-zen).
De stam komt vooral van pas bij het vinden van de juiste vorm van het voltooid deelwoord van bijvoorbeeld verhuizen; zie ook de pagina over verhuist en verhuisd.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Afwijkende stam
Sommige stammen wijken iets af:
- de stam van gaan (en begaan, overgaan, enz.) is ga;
- de stam van staan (en bestaan, weerstaan, enz.) is sta;
- de stam van slaan (en verslaan, ontslaan, enz.) is sla;
- de stam van zien (en herzien, omzien, enz.) is zie;
- de stam van doen (en omdoen, uitdoen, enz.) is doe.
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen