Wat is juist: onderdeel uitmaken van of deel uitmaken van?
Onderdeel uitmaken van en deel uitmaken van zijn allebei juist. Ook deel zijn van en onderdeel zijn van zijn goed.
Van oudsher kreeg deel uitmaken van de voorkeur, omdat onderdeel uitmaken van gezien werd als een verhaspeling (contaminatie) van deel uitmaken van en onderdeel zijn van. De eerste twee zinnen hieronder waren volgens iedereen juist, maar de derde niet:
- Ze willen deel uitmaken van een internationale uitgeversgroep.
- Ze willen onderdeel zijn van een internationale uitgeversgroep.
- Ze willen onderdeel uitmaken van een internationale uitgeversgroep.
Deze strenge norm leeft nauwelijks nog in de praktijk. Dat is goed te verklaren. Uitmaken heeft onder meer de betekenis ‘vormen, zijn’. Iets kan een deel vormen of zijn van iets anders, maar het kan net zo goed een onderdeel vormen of zijn van iets anders. Er is geen goede reden te bedenken waarom onderdeel minder juist zou zijn dan deel.
Geschiedenis: van contaminatie naar correct
Al sinds het midden van de negentiende eeuw komt onderdeel uitmaken van geregeld voor in Nederlandse kranten. Toch werd het lange tijd afgekeurd als contaminatie. In ons tijdschrift Onze Taal schreven we in het januarinummer van 2000 nog dat er in de ogen van veel mensen “twee constructies met elkaar verhaspeld” werden. De Schrijfwijzer (het bekende taaladviesboek van Jan Renkema) noemde het in 2012 nog een contaminatie, evenals het Taalhandboek Nederlands van Van Dale (2011). De Nederlandse Taalunie noemt het sinds 2015 echter zonder meer “correct Nederlands”. De recentste Dikke Van Dale vermeldt onderdeel uitmaken zonder opmerkingen, maar Van Dale Hedendaags Nederlands waarschuwt nog: “eigenlijk een contaminatie van ‘onderdeel zijn’ en ‘deel uitmaken’”.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!