Wie Latijn kent, zal waarschijnlijk eerder geneigd zijn antedateren te schrijven. Ante betekent in die taal namelijk ‘voor, eerder’, en om die betekenis gaat het hier: antedateren/antidateren betekent ‘voorzien van een eerdere datum’. Anti gebruik je in het Nederlands meestal in de betekenis ‘tegen’, zoals in anticonceptie en antivriesmiddel.

Ante-/antidateren komt niet rechtstreeks uit het Latijn, maar uit het Frans. In het Frans is antidater al eeuwen een gangbaar werkwoord. In het Nederlands werd aanvankelijk – in de zeventiende en achttiende eeuw – dan ook hoofdzakelijk antidateren gebruikt. Later kwam daarnaast antedateren in gebruik. Het kreeg zelfs soms de voorkeur, omdat men dacht dat deze vorm ‘beter’ zou zijn op basis van de Latijnse herkomst.

Overigens was het Franse antidater een leenwoord uit het Latijn. Verwarrend genoeg werd anti in het Latijn soms ook als variant van ante gebruikt en kan het dus ook ‘voor, eerder’ betekenen. Het zit bijvoorbeeld ook in anticipare, dat eigenlijk ‘van tevoren nemen’ betekent. Van daaruit ontstond de betekenis ‘vooruitlopen op’, en dat heeft weer tot ons woord anticiperen geleid. Ook in andere talen heeft anti soms de betekenis ‘voor’, zoals in het Italiaanse woord antipasto: ‘voorgerecht’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen