Iets op je brood krijgen

Al sinds de Middeleeuwen komen uitdrukkingen voor als iemand iets op zijn brood geven/leggen of op zijn boterham geven/leggen. Het zijn ironische uitdrukkingen: je geeft iemand broodbeleg, maar dan wel een zeer onaantrekkelijke soort. De ander moet het vervolgens samen met zijn brood naar binnen werken, ook al is dat niet leuk. Carolus Tuinman zegt het zo in zijn spreekwoordenboek uit 1726: “zo dat hy ’t als met zyn brood moet opeeten en verduwen, al valt het hem niet zeer smaakelyk”. Tegenwoordig is iets op je brood krijgen het gebruikelijkst: het perspectief ligt nu dus bij degene die ergens de schuld van krijgt.

Iets op je bord krijgen

Iets op je bord (of bordje) krijgen is een nieuwere variant van iets op je brood krijgen. Deze uitdrukking is in de tweede helft van de twintigste eeuw ontstaan. Ook nu is het beeld dat iets zomaar wordt ‘opgediend’. Degene bij wie het op zijn bord terechtkomt, moet het vervolgens opeten, oftewel: krijgt ergens de verantwoordelijkheid voor, moet het probleem oplossen of de taak tot een goed einde brengen. 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag