Wat is het best: ‘Dat ging makkelijk’ of ‘Dat ging gemakkelijk’?
Zowel makkelijk als gemakkelijk is hier goed.
Gemakkelijk is de oudste vorm. Makkelijk is een nieuwere variant, die trouwens al in de achttiende eeuw op schrift voorkwam. Beide woorden betekenen ‘gerieflijk, comfortabel’, ‘geen moeite kostend’ en ‘inschikkelijk’.
Gemakkelijk past volgens sommigen nog steeds het best bij formelere contexten. Bijvoorbeeld in zinnen als:
- Het kabinet gaat er te gemakkelijk van uit dat mensen bijscholing zelf kunnen betalen.
- Volgens de officier van justitie was het gemakkelijk de dader op te sporen.
- Mijn collega’s zijn gemakkelijk in de omgang.
- Maak het u gemakkelijk en neem gerust koffie of thee.
Makkelijk past iets beter in zinnen als:
- Het is echt een heel makkelijk recept.
- Hopelijk is het allemaal net zo makkelijk als het lijkt.
- Deze fiets heeft een makkelijke instap.
- Zij loopt elk jaar drie marathons, net zo makkelijk.
- Wie wind zaait, zal storm oogsten, dat is makkelijk zat.
Makkelijk en gemakkelijk: synoniemen
Uiteindelijk zijn makkelijk en gemakkelijk in de meeste zinnen synoniemen. Je kunt dus gerust je eigen voorkeur volgen bij de keuze voor deze woorden. Nog wat voorbeelden:
- Dat is lang niet altijd gemakkelijk.
- Dat is lang niet altijd makkelijk.
- Ik ben een gemakkelijk mens, tenminste: dat vind ik zelf.
- Ik ben een makkelijk mens, tenminste: dat vind ik zelf.
- Het kan gemakkelijk zo zijn dat dit al eens is opgemerkt.
- Het kan makkelijk zo zijn dat dit al eens is opgemerkt.
- Ik ben mijn gemakkelijke stoel erg gaan waarderen.
- Ik ben mijn makkelijke stoel erg gaan waarderen.
- Je gunt elk kind een gemakkelijk leventje.
- Je gunt elk kind een makkelijk leventje.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!