Drink je soep of eet je soep?
Meestal zeg je dat je soep ‘eet’. Bijvoorbeeld: ‘Zullen we morgen soep eten?’ en ‘Ik heb vanmiddag al een bordje soep gegeten.’
Meestal nuttig je soep – al dan niet aan tafel – met behulp van een lepel uit een (diep) bord of een soepkom. Drinken wordt in de regel gebruikt als je een vloeistof tot je neemt uit iets wat je aan je mond zet (zoals een glas, een beker of een kopje).
De neiging om van soep te zeggen dat je die ‘eet’, neemt toe met de stevigheid ervan: als een soep veel ingrediënten bevat die je moet kauwen voordat je ze doorslikt (balletjes, groenten), klinkt drinken erg vreemd. Van een bouillon zonder ‘dingetjes’ kun je daarentegen goed zeggen dat je die drinkt, tenzij je de bouillon uit een bord oplepelt.
In het spreekwoord ‘De soep wordt niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend’ komt ook eten voor. Dit spreekwoord betekent: ‘iets krijgt uiteindelijk heus niet zulke grote gevolgen als in het begin misschien lijkt’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen