Twijfelen en weifelen drukken allebei uit dat er sprake is van besluiteloosheid. In de meeste zinnen passen beide werkwoorden. Je kunt bijvoorbeeld weifelen over een aankoop én twijfelen over een aankoop. Toch is er een subtiel verschil.

Twijfelen

Twijfelen heeft vooral de bijbetekenis ‘in onzekerheid verkeren over iets, niet weten wat te doen of welk alternatief te kiezen’. In deze zinnen past twijfelen beter dan weifelen:

  • Ik twijfel tussen de Samsung en de Apple.
  • We twijfelen echt niet aan je goede bedoelingen.
  • Veel bachelorstudenten twijfelen over hun master.

Weifelen

Weifelen betekent meer ‘aarzelen’, ‘dubben of je iets wel of niet zult doen’ (met de bijgedachte: ‘rekening houdend met de gevolgen’). Weifelen past dus iets beter in zinnen als:

  • De buurvrouw weifelde even, maar stapte toen toch naar buiten, de regen in.
  • Hij weifelde bijna een halve minuut voor hij antwoord gaf.
  • De veilingbezoeker weifelde over het uitbrengen van een bod.
  • De mens weifelt vaak tussen verstand en gevoel.

Meestal allebei mogelijk

In de praktijk passen weifelen en twijfelen meestal allebei in de zin, zeker als het voorzetsel over gebruikt wordt. Voor sommigen drukt ook weifelen over meer de aarzeling uit bij de afweging ‘wel of niet doen?’ Twijfelen over zou meer uitdrukken dat je de verschillende mogelijkheden en voor- en nadelen kritisch beschouwt (welk alternatief is het best voor mij?). Het verschil is echter minimaal.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Herkomst

Weifelen is verwant aan het werkwoord wuiven. Het betekent zoiets als ‘heen en weer bewegen tussen twee (of meer) mogelijkheden’, dus ‘niet kunnen kiezen, aarzelen’. Twijfelen is via het zelfstandig naamwoord twijfel afgeleid van het telwoord twee, en duidt oorspronkelijk op een soort innerlijke tweestrijd.

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag