Geboren worden duidt op de gebeurtenis van het ter wereld komen. Het past het best in een verhalende context en is vergelijkbaar met bijvoorbeeld moeder worden of vader worden. Geboren zijn staat meestal op zichzelf en komt vaak voor in combinatie met iemands geboortejaar of geboorteplaats.

Geboren worden: verhalend

Geboren worden past vaak goed in een verhaal of een beschrijving van gebeurtenissen:

  • Toen Nynke geboren werd, lag er een dik pak sneeuw.
  • Op 31 januari 1938 werd prinses Beatrix geboren. Al snel was het groot feest in het hele land. Tienduizenden mensen stuurden hun gelukwensen aan het Koninklijk Huis.
  • In de jaren tachtig verhuist hij naar Almere, waar hij trouwt en waar zijn kinderen worden geboren.

Geboren zijn: los feit

Geboren zijn geeft vaak een los feit aan, meestal een mededeling over de tijd of plaats van iemands geboorte:

  • Ze is geboren in Gouda.
  • Prinses Beatrix is geboren op 31 januari 1938.
  • Nynke is geboren in een koude winter. Waarschijnlijk houdt ze daarom nog steeds van sneeuw en ijs. 

Baren, baarde, geboren

Geboren is een eeuwenoude vorm. Het is eigenlijk het voltooid deelwoord van een oud werkwoord voor ‘ter wereld brengen’: baren of gebaren. Maar al eeuwen geleden is geboren als voltooid deelwoord verdrongen door gebaard (het is nu: baren - baarde - gebaard). Nu geboren niet meer bij een werkwoord hoort, maar op zichzelf staat, wordt het vaak een bijvoeglijk naamwoord genoemd.