‘“Daar heb ik al aan gedacht”, knikte ze.’ Hoe noem je dit gebruik van knikken?
De formulering ‘knikte ze’ wordt een citaatuitluider of citaatinbedder genoemd. Niet elk werkwoord is daar even geschikt voor.
Het gebruikelijkst zijn citaatuitluiders met werkwoorden die zoiets als ‘zeggen’ betekenen. De volgende zinnen zijn daarom tamelijk gewoon:
- ‘Daar heb ik al aan gedacht’, lachte ze.
- ‘Dat staat je netjes’, grinnikte hij.
- ‘Daar heb ik niet aan gedacht’, zuchtte ze.
- ‘Is het hier nou nog niet opgeruimd?’, mopperde hij.
De werkwoorden lachen, zuchten, grinniken en mopperen kun je (met enige fantasie) als varianten van zeggen beschouwen. Dat maakt ze geschikt om een citaat uit te luiden: ze geven aan dat de geciteerde persoon iets zegt en ook hóé hij of zij het zegt.
Geen ‘spreekwerkwoorden’
Snappen, begrijpen en schokschouderen zijn geen ‘spreekwerkwoorden’. Dat maakt ze vaak iets minder geschikt als citaatuitluiders. Daardoor zijn zinnen als de volgende enigszins twijfelachtig: de een zal ze prima vinden, de ander minder fraai.
- ‘We hebben nog een lange weg te gaan’, snapt hij.
- ‘Het wordt dus een duur project’, begrijpt ze.
- ‘Ik ben mijn portemonnee verloren’, schokschoudert hij.
Een werkwoord als knikken past in veel situaties wel, al past het niet goed bij langere zinnen, omdat het de indruk kan wekken dat de geciteerde tijdens de hele zin zit te knikken:
- ‘Daar heb ik al aan gedacht’, knikte ze. (prima)
- ‘Ik heb inderdaad een paar maanden achter elkaar aan dit boek zitten schrijven en heb er veel mensen voor geïnterviewd’, knikt ze. (twijfelachtig)
Kwestie van stijl
Blijkbaar accepteer je citaatuitluiders gemakkelijker naarmate ze beter herkenbaar zijn als varianten van zeggen: roepen, schreeuwen, fluisteren, waarschuwen, vleien en verklaren zijn bijvoorbeeld allemaal heel gebruikelijk.
Verder is het vooral een kwestie van schrijfstijl en van smaak. Sommige auteurs gebruiken veel onalledaagse citaatuitluiders. De ene lezer vindt dat prachtig, de ander gruwt ervan.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Nog een paar voorbeelden met citaatuitluiders:
- ‘Dat moet je niet doen’, drukte ze hem op het hart.
- ‘Hoe laat is het?’, gaapte hij.
- ‘Vooruit dan maar’, gaf hij zich gewonnen. (beetje vreemd)
- ‘Laat haar met rust!’, kwam ze Sally te hulp. (beetje vreemd)
- ‘Goedemorgen allemaal!’, kwam Gerben de smederij binnen. (beetje vreemd)
- ‘De groeten! Ik vertrek!’, ging ze uit haar dak. (erg vreemd)