-
Aanmeren / afmeren
-
Aanrichten / aanrechten
-
De / het aas
-
Accommodatie / accomodatie
-
Acquisitie wordt niet op prijs gesteld
-
Adelijk / adellijk
-
Afgewisselde koe
-
Allochtonen
-
Alloniem
-
Allooi
-
Als / wanneer / indien
-
Ampel / amper
-
Ankeiler
-
Asjeweine / kassiewijne / kasjewijne / kassiewijle
-
Astrologie / astronomie
-
Ontstentenis
-
Balorig
-
Bebouwde kom
-
Zich bedenken / bedenken
-
Bedoening / bedoeling
-
Behalve
-
Beslissen / besluiten
-
Bewoner / inwoner
-
Biatlon / duatlon
-
Bijna-doodervaring / bijnadoodervaring
-
Bijstimuleren
-
Bij voorbaat / bij voorbaad
-
Biljoen, triljoen
-
Blauwe boorden, witte boorden
-
Bol / bal
-
Boeket / bouquet
-
Brikverpakking
-
Cadet
-
Categoraal / categoriaal gymnasium
-
Consumeren / consummeren
-
Contradictio in terminis / terminus
-
Contradictio in adjecto
-
Corps / korps
-
Coup / coupe / coupé
-
C.q.
-
Daadkrachtig / krachtdadig
-
Daar (‘omdat’)
-
Daarom hou ik nog wel van hem
-
Dagdagelijks
-
Danken aan / wijten aan
-
Decade / decennium
-
Degene / diegene
-
Demotie
-
Dezer dagen
-
Digibeet
-
Doctor / dokter
-
Doolhof / labyrint
-
Dramatisch / spectaculair gestegen verkoopcijfers
-
Driedubbel
-
Duim (lengtemaat)
-
Duivenkaters / duivekaters
-
Duurzaam (betekenis)
-
Eega / ega
-
De / het eigendom
-
Een enerverende middag
-
Engeland / Groot-Brittannië / Verenigd Koninkrijk
-
Enkel / alleen (wat is het verschil?)
-
Epibreren
-
Erinnofilie
-
Ernstig nemen
-
Ervaringsdeskundige
-
Ex-burgemeester / oud-burgemeester
-
Factie / fractie
-
Fiebelefors
-
Frikadel / frikandel
-
Fte (betekenis)
-
Gebaad / gebaat
-
Op twee gedachten hinken
-
Sekse, geslacht en gender
-
Gender (uitspraak)
-
Genieten (herkomst)
-
(Niet) gespeend van gevoel voor humor
-
Getogen
-
Gijzelaar / gegijzelde
-
Gofferd
-
Groot / hoog risico
-
Grote / grootte
-
Guichelheil
-
Op een haar na missen / raken
-
Binnen handbereik / onder handbereik
-
Van harte gecondoleerd
-
Hattrick (betekenis)
-
Een heel aantal
-
Herdenken
-
Hermetisch gesloten
-
Hoelang / hoe lang
-
Homoniemen
-
Door het hoofd schieten
-
Houterig / houtig
-
Hufterproof
-
I.a.a.
-
Identificatieplicht / legitimatieplicht
-
Niet kunnen instaan voor de aan- / afwezigheid van fouten
-
Integendeel
-
Interim-manager, interimwerk
-
Item (uitspraak en betekenis)
-
De K3-eilanden
-
Kennisneming / kennisgeving (betekenis)
-
Kikkererwt
-
Kleinzerig / kleinzielig
-
Knoerthard
-
Kosten / onkosten
-
Kritisch / kritiek
-
Laagdunkend / laatdunkend
-
Leerbare cursisten
-
Letterlijk / figuurlijk
-
Leuningbijter
-
Levensloopbestendige woning
-
Lewaja
-
Licht ontvlambaar
-
Logenstraffen / loochenstraffen
-
Loper / passe-partoutwoord
-
Luilak
-
Lustrum (betekenis en gebruik)
-
Maandagnacht
-
Martelaar: dader of slachtoffer?
-
Masochisme
-
Mediums / media
-
Meebrengen / meenemen
-
Mekka / mekka voor Gaudí-liefhebbers
-
Merengue / meringue
-
Methode / methodiek / methodologie
-
Met name
-
Onze missie
-
Mits / tenzij
-
Moederland / vaderland
-
Moreel / moraal
-
Motivering / motivatie
-
Multiculturalisering
-
Naar / na schatting
-
Na / naar
-
Nakend
-
Niet nadat / niet dan nadat
-
Niets is minder waar
-
Non-binair
-
Oelewapper (herkomst en betekenis)
-
Of / ofwel / oftewel
-
Omdat / doordat
-
Om de maand
-
Om de beurt / omstebeurt
-
Onbeschoft
-
Niet denkbeeldig / ondenkbeeldig / ondenkbaar
-
Ondertussen / intussen
-
Onderwerp over de woningmarkt
-
Onguur / guur weer
-
Onnavolgbaar (betekenis)
-
Ont-: ontdooien, ontvetten
-
Een gebrek kan hun niet ontzegd worden
-
Onverwacht / onverwachts
-
Ook al / ookal
-
Oorbaar / oirbaar, onoorbaar / onoirbaar
-
Openheid / opening van zaken
-
Ophalen / afhalen
-
Opleuken
-
Opzoomeren
-
Orenmaffia
-
Oubollig
-
Paarswitte / paars-witte shirts
-
Palet / pallet
-
Palindroom
-
Palliatieve sedatie
-
Paradox en oxymoron
-
Pas net: dubbelop?
-
Passende kleding / gepaste kleding
-
Pathetische / pathologische leugenaar
-
Pensioen / pensionering
-
Pepernoten / kruidnoten
-
Pimpen
-
Pinocchio / Pinoccio / Pinokkio
-
Plek / plaats
-
Plotsklaps / eensklaps / plotseling
-
Poepen: seks hebben / je behoefte doen
-
Portal
-
Positief / negatief getest
-
Zijn of hebben positief getest
-
Pool / poule (WK-pool / WK-poule)
-
Praktisch (‘vrijwel’)
-
Praline
-
Praten / spreken
-
Prioriteren
-
Pubertijd / puberteit
-
Realisering / realisatie
-
Rechtelijk / rechterlijk
-
Niet voor rede / reden vatbaar
-
Risicovol / riskant
-
RSVP / r.s.v.p.
-
Sanctioneren
-
Scene / scène
-
Scheppen - schiep - geschapen / schepte - geschept
-
Schijnbaar / blijkbaar
-
Schrijlings
-
Schwalbe: wat is dat?
-
Scrupuleus (betekenis)
-
Secretaris / secretaresse
-
Sinterklaas kapoentje
-
Smouten
-
Spellen / spelen
-
Stiefmoeder, stiefvader, enz. (herkomst)
-
Stilist / stylist
-
Tot straks
-
Stroppen
-
Synergetisch, synergisch, synergistisch
-
Tartuffe
-
Tegenhanger (betekenis)
-
Tegoed / te goed
-
Te kort / tekort
-
Teneinde / ten einde
-
Tenminste / ten minste
-
Tenslotte / ten slotte
-
Terugkomen op / van een besluit
-
Teveel / te veel
-
Talrijk / talloos
-
Een ton kilometers
-
Turkse Nederlander / Nederlandse Turk
-
Tweewekelijkse cursus / tweeweekse cursus
-
Typfout, spelfout, taalfout
-
Uitprinten / printen
-
Uitwijden / uitweiden
-
Vaak - vaker - vaakst / meer - meest
-
Vakjargon / vaktaal / jargon
-
Van: betekenissen
-
Vanaf de vierde voorstelling
-
Van je welste / van jewelste / vanjewelste
-
Veel / vele
-
Vegetarisch zijn / vegetariër zijn
-
Vergeten zijn / vergeten hebben
-
Vergezeld van / met / door
-
Verloren hebben / verloren zijn
-
Vermeend / vermoedelijk
-
Vernoemd of genoemd
-
Verwesterd / verwesterst
-
Verzwelgen / zwelgen
-
Vetvrij
-
Viennoiserie
-
Vijfde Republiek
-
Voor het voetlicht / over het voetlicht
-
Vroegtijdig / voortijdig
-
Waarschuwen voor / tegen gevaar
-
Ervoor waken dat iets (niet) gebeurt
-
Wanneer / waarneer
-
Wappie (herkomst en betekenis)
-
Wat voor / welke mensen
-
Weids / wijds
-
Weifelen / twijfelen
-
Welstandig
-
Werkloos / werkeloos
-
Werk ze / werkze / werkse
-
Wierook
-
Willekeurig / onwillekeurig
-
Winstwaarschuwing / verlieswaarschuwing
-
Wit en blank (herkomst, betekenis en gebruik)
-
Woordenboeken
-
Het zakken van de krant
-
Zeebeving
-
Zelfvoorzienend / zelfvoorziend
-
Zogenaamd, zogenoemd, zogeheten
-
Zo min mogelijk / zo weinig mogelijk
-
Zoutloos / zouteloos
-
Zwager / schoonbroer
-
Zwanger van
-
Zwoel / zoel