Als blijkt dat iemand corona heeft, krijgt die persoon te horen dat de testuitslag positief is. Wat betekent positief hier?
Positief betekent hier dat de coronatest heeft laten zien dat er wél virusdeeltjes aanwezig waren. Als de testuitslag negatief is, zijn er juist géén virusdeeltjes gevonden. Dat betekent dus: níét besmet met corona.
Bij een coronatest wordt er wat slijm uit je neus en/of keel gehaald. Dan volgt er een test die nagaat of daar virusdeeltjes in te vinden zijn. Als dat wél zo is, is er sprake van een positieve testuitslag: je hebt corona. Als dat níét zo is, heet dat een negatieve testuitslag: je hebt geen corona. Positief en negatief hebben hier dus niets te maken met wat we voelen en denken als we zo’n uitslag te horen krijgen.
Positief getest: virus wél gevonden
‘Je bent positief getest’ betekent eigenlijk: je neus- en/of keelslijm is getest en er zijn inderdaad virusdeeltjes gevonden. Je hebt dus corona. Voorbeelden:
- In de eerste maanden van 2022 testten er veel mensen positief op corona.
- Na drie weken school testte onze dochter wéér positief.
Negatief getest: ‘virus níét gevonden’
Als er geen virusdeeltjes in neus- of keelslijm zijn gevonden, ben je negatief getest. Dat wil dan zeggen: je hebt geen corona. Voorbeelden:
- Ik voel me belabberd, maar ik ben negatief getest op corona.
- Gelukkig testte ik vanochtend weer negatief en kan ik uit quarantaine.
Negatief testbewijs: ‘je bent virusvrij’
Als je getest bent en géén corona blijkt te hebben, krijg je een negatief testbewijs. Met zo’n bewijs kun je laten zien dat je onlangs bent getest en dat daarbij geen virusdeeltjes zijn aangetroffen. Ook hier is negatief dus neutraal bedoeld en heeft het niets te maken met slecht nieuws.
Een positieve/negatieve zwangerschapstest
Bij zwangerschapstests zijn positief en negatief eveneens ‘neutrale’ termen. Ze betekenen niets meer dan ‘zwangerschapshormoon wel aangetroffen’ respectievelijk ‘zwangerschapshormoon niet aangetroffen’. Positief betekent hier dus niet specifiek ‘goed nieuws’ – ook al is het dat in dit geval vaak wel. Wie erachter komt zwanger te zijn, is immers meestal erg blij.
Positief = ‘goed’ en negatief = ‘slecht’
In de dagelijkse praktijk zijn positief en negatief geen neutrale termen. Positief heeft dan betrekking op iets goeds, bijvoorbeeld:
- We hebben een positieve reactie op onze aanvraag gekregen.
- Mijn opa en oma staan heel positief in het leven.
- Ik heb alleen maar positieve ervaringen met dat bedrijf.
- Positief nieuws: ik ben negatief getest op corona!
Negatief heeft betrekking op dingen die slecht of jammer zijn of die onprettig zijn, bijvoorbeeld:
- Let niet te veel op die paar negatieve reacties.
- Waarom zouden zij toch altijd zo negatief uit de hoek komen?
- Meld alstublieft alle ervaringen met ons product, zeker de negatieve!
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!