Met witte boorden worden meestal ambtenaren bedoeld, en dan vooral hooggeplaatste ambtenaren. Ook bekend is het woord witteboordencriminaliteit, waarmee misdaden worden bedoeld die gepleegd worden door mensen met veel aanzien. Het gaat dan vaak om belastingfraude of om het berekenen van veel te hoge uurvergoedingen en tarieven.

Met blauwe boorden worden arbeiders bedoeld, dus de mensen die juist niet achter een bureau zitten. Zij zijn min of meer de tegenhanger van de witte boorden.

Beide termen zijn ontleend aan het Amerikaans-Engels: white collar workers en blue collar workers. Die uitdrukkingen zijn gebaseerd op (vroegere) kledinggewoonten: ambtenaren droegen traditioneel een overhemd met een witte boord, arbeiders een blauw overhemd of een blauwe overall.

In België worden het werk van ‘blauwe boorden’ en dat van ‘witte boorden’ overigens aangeduid met respectievelijk handarbeid en hoofdarbeid.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag