Waar komt de levensloopbestendige woning vandaan? En wat betekent het?
Een levensloopbestendige woning is een woning die geschikt is voor verschillende levensfasen. De woning is zo gebouwd dat de bewoners erin kunnen blijven wonen als hun levensomstandigheden veranderen, bijvoorbeeld door ouderdom, ziekte of een handicap.
Levensloopbestendig wonen is in de jaren negentig bedacht door de Stichting Humanitas, en ook de benaming levensloopbestendige woning komt daarvandaan. Levensloopbestendig is inmiddels een bekend begrip en het staat sinds 2005 in woordenboek de Dikke Van Dale.
Het is wel een wat vreemde term. Bestendig betekent namelijk ‘onveranderlijk’, en in combinatie met wat ervoor staat ‘bestand tegen’. Zo is fraudebestendig ‘bestand tegen fraude’, hittebestendig ‘bestand tegen hitte’ en stressbestendig ‘bestand tegen stress’. Het eerste woorddeel is dus steeds iets negatiefs. De letterlijke betekenis van levensloopbestendig zou dan dus ‘bestand tegen de levensloop’ zijn, terwijl levensloop niets negatiefs is. Het woord levensloopbestendig is dus een wat ongelukkig gekozen begrip. In april 1997 schreef de directiesecretaris van Humanitas in Onze Taal: “Ik geef toe dat het geen mooi woord is; eenieder die een betere benaming weet, nodig ik uit om die kenbaar te maken.”
“Ik geef toe dat het geen mooi woord is.”
directiesecretaris Humanitas
Levensloopgeschikt
Er bestaan een paar alternatieven voor levensloopbestendig, maar die worden in de praktijk veel minder gebruikt. Alleen levensloopgeschikt komt vrij regelmatig voor. Levensloopgeschikte woningen worden ook wel kortweg levensloopwoningen genoemd.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!