Contradictio in adjecto betekent letterlijk: ‘een tegenstrijdigheid in het bijgevoegde’. Het bijvoeglijk naamwoord gouden is eigenlijk tegenstrijdig met het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: (oor)ijzer. Andere voorbeelden zijn: een koperen blik, een levend geraamte, de grootste helft, vegetarische worst, droog water, een plastic glas en koud vuur.

De tegenstrijdigheid is geen reden om de combinaties niet te gebruiken: de hierboven genoemde voorbeelden zijn ingeburgerd in het Nederlands. Sommige combinaties zijn zelfs niet eens meer herkenbaar als contradictio in adjecto. Zo komt het woord laars oorspronkelijk van (een combinatie met) leer: laarzen waren aanvankelijk altijd van leer. Toch struikelt er niemand meer over rubberen laarzen (behalve misschien letterlijk).

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag