Wat zijn de trappen van vergelijking van vaak? Is vaker - vaakst juist of moet het meer - meest zijn?
De vergrotende en overtreffende trap van vaak zijn vaker en vaakst. Meer en meest zijn de vergrotende en overtreffende trap van veel: veel - meer - meest.
Vaak - vaker - vaakst en veel - meer - meest betekenen nagenoeg hetzelfde. Ze kunnen dus in veel zinnen allebei gebruikt worden:
- Hij gaat vaak bij zijn buren op bezoek.
- Hij gaat veel bij zijn buren op bezoek.
- Zij is hier vaker geweest.
- Zij is hier meer geweest.
- Worden kleine keepers het vaakst gepasseerd?
- Worden kleine keepers het meest gepasseerd?
Veel - meer - meest is iets algemener, terwijl vaak - vaker - vaakst meer nadruk legt op afzonderlijke gelegenheden of tijdstippen. In de volgende zinnen is daarom vaak - vaker - vaakst duidelijk het best:
- Ik ben deze week heel vaak bij de buren langsgegaan.
- Ik heb vaker meegedaan dan jij.
- Wie heeft het vaakst meegedaan?
Daarnaast is alleen vaak genoeg juist (‘Ik heb het je vaak genoeg gezegd’); veel genoeg is niet mogelijk.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!