Straks lijkt voor de meeste mensen een tijdstip aan te duiden dat zo ongeveer binnen het dagdeel valt waarin tot straks gebruikt wordt. Wie om 9.00 uur ‘Tot straks!’ zegt, bedoelt dus hoogstwaarschijnlijk: ‘tot later op deze ochtend’. Wie het om 11.30 uur zegt, bedoelt waarschijnlijk ‘tot later in de middag’. Hoeveel later dat dan precies is, ligt niet vast. Dat kan zelfs van persoon tot persoon verschillen. Dat maakt ‘Tot straks!’ een ideale afscheidsgroet als je in het midden wilt laten wanneer de anderen je weer zullen zien, of als dat weinig uitmaakt. Als het wél belangrijk is, ligt het voor de hand een preciezer tijdstip te noemen: ‘Tot over een uur!’ of ‘Tot half vier!’

In ‘Tot straks na de reclame!’ maakt de toevoeging na de reclame duidelijk dat tot straks hier ‘tot over een paar minuten’ betekent. De programmamakers benadrukken daarmee dat ze hopen dat de kijkers na de onderbreking verder kijken naar het programma.

Verwijzing naar verleden

Voor sommige taalgebruikers kan straks ook naar het verleden verwijzen: ‘Straks was ik heel moe, maar nu gaat het wel weer.’ Dat geldt echter niet voor iedereen. De variant daarstraks is voor de meeste mensen wel acceptabel. In de spreektaal komt toenstraks (of toestraks) ook weleens voor: ‘Toenstraks wist ik zijn naam nog, maar nu kan ik er niet meer op komen.’ Voor schriftelijk taalgebruik zijn daarstraks, daarnet en net geschikter.

Straks beweer je nog ...

Straks kan ook gebruikt worden zonder dat je naar een specifiek moment in de toekomst (of het verleden) verwijst. Bijvoorbeeld in ‘Straks beweer je nog dat de aarde tóch plat is’, ‘Strakjes blijken er toch marsmannetjes te bestaan!’ Het voegt hier een betekenis toe als ‘de volgende stap is vast dat ...’, ‘stel je voor dat ...’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag