Het werkwoord logenstraffen betekent meestal ‘bewijzen dat iets niet waar of niet juist is, in tegenspraak zijn met’. De zin ‘Het mooie weer logenstrafte de sombere voorspellingen’ betekent dus iets als: ‘het mooie weer was het bewijs dat de sombere voorspellingen niet juist waren’, ‘het mooie weer was in tegenspraak met de sombere voorspellingen’.

De vervoeging van logenstraffen is:

ik logenstraf – ik logenstrafte
jij/hij/zij logenstraft – jij/hij/zij logenstrafte
wij/jullie/zij logenstraffen – wij/jullie/zij logenstraften
ik heb gelogenstraft
de gelogenstrafte feiten

Een veelgemaakte spelfout is loochenstraffen, met ooch. Dat is een begrijpelijke vergissing: het Nederlands kent namelijk ook het woord loochenen, dat bovendien een verwante betekenis heeft. In bijvoorbeeld: ‘Het valt niet te loochenen dat de aarde opwarmt’ betekent loochenen iets als ‘ontkennen’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen

Logenstraffen komt al vanaf de zestiende eeuw in het Nederlands voor en is ontleend aan het Duits. Het Duitse lügen strafen is afgeleid van Lüge (‘leugen’) en strafen (‘berispen, straffen, tegenspreken’). Logenstraffen betekende aanvankelijk iets als ‘in verband met een leugen berispen’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!