Het Bargoens Woordenboek (1974/1986) van Enno Endt schrijft over het woord leuningbijter:

"nietsnut, leegloper. Verouderend. — Vergelijk AB [= Algemeen Beschaafd Nederlands] balie-kluiver; werkloos volk hield zich oudtijds kringetjesspuwend bij de bruggen beschikbaar voor aanwerving als 'cargadoors', destijds schertsend voor: karrenduwers."

Ook Van Dale en het Woordenboek der Nederlandsche Taal geven de betekenissen “leegloper, baliekluiver”. Volgens Van Dale is een leegloper een ‘nietsdoener’. Baliekluiver is min of meer hetzelfde woord als leuningbijter: het is letterlijk ‘iemand die over de balies (‘relingen’) van bruggen hangt’, en zo iemand is in die zin dus ook een nietsnut.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag