Voor de meeste mensen is het duidelijk: ze zijn ofwel vrouw, ofwel man. Het ‘klopt’ voor hun gevoel dan ook als anderen hen aanspreken met meneer of mevrouw, of naar hen verwijzen met hij, zijn en hem of met ze, zij en haar.

Er zijn ook mensen op wie zulke woorden niet van toepassing zijn, omdat ze zich niet als man én niet als vrouw identificeren, en zich niet thuis voelen bij de traditionele indeling in mannen en vrouwen. Voor hen wordt sinds een aantal jaren vaak het woord non-binair gebruikt. Dit betekent letterlijk iets als ‘niet in een van (de) twee categorieën onder te brengen’, ‘niet het een óf het ander’, en in dit geval: ‘geen man óf vrouw’.

De term non-binair past bij de opvatting dat je geslacht niet altijd zomaar een kwestie is van ‘man óf vrouw’. Het geslacht waarbij je je thuis voelt of waarmee je je identificeert, je gender, is in die opvatting iets met meerdere uitingsvormen – een zogeheten spectrum, met vrouwelijkheid als het ware aan de ene kant en mannelijkheid aan de andere. Non-binair is, anders gezegd, een overkoepelende term voor gender-identiteiten die niet zonder meer onder ‘man’ of ‘vrouw’ vallen.

Bijvoeglijk of zelfstandig?

Non-binair is in de eerste plaats een bijvoeglijk naamwoord. Het wordt soms ook als zelfstandig naamwoord gebruikt: een non-binair, enkele non-binairen. Niet iedereen waardeert dit. Het kan namelijk lijken alsof de persoon in kwestie voornamelijk gepresenteerd wordt als of bekendstaat als iemand die non-binair is, terwijl dat in feite alleen maar bijzaak is. Áls je al wilt benoemen dat iemand non-binair is, kun je het daarom beter als bijvoeglijk naamwoord gebruiken, zoals in een non-binaire atleet en mijn non-binaire partner.

Verwijzing

Veel non-binaire personen willen liever niet met hij of zij aangeduid worden, maar met andere – genderneutrale – voornaamwoorden. Daar zijn nog geen definitief ingeburgerde woorden voor, maar de opties die het vaakst gebruikt worden, zijn die, diegene en hen, met als bezittelijk voornaamwoord bijvoorbeeld diens of hun. Een paar voorbeelden:

  • Raven presenteerde een tv-programma waarbij die BN’ers ontving op diens boerderij.
  • Kim wil graag een baan waarbij hen er veel op uit moet; hun partner werkt juist liever thuis.
  • Ik vind Lara Billie Rense een goede journalist, en luister vooral graag naar diegene als die ‘Met het oog op morgen’ presenteert.

Intersekse en transgender

In de context van non-binaire personen komen ook weleens de termen intersekse en transgender ter sprake, maar die hebben niet helemaal dezelfde betekenis als non-binair:

  • Sommige personen hebben lichamelijke kenmerken van beide geslachten. Zij zijn intersekse of interseksueel. Een verouderde benaming hiervoor is hermafrodiet. Vaak identificeert iemand die intersekse is, zich als vrouw of als man. Dat iemand intersekse is, betekent dus niet dat diegene automatisch ook non-binair is.
  • Iemand die zich met een ander gender identificeert dan het (lichamelijke) geslacht waarmee diegene geboren is, kun je transgender noemen.

Andere verwante termen

Naast non-binair komen ook termen voor als deze:

  • genderqueer: net als non-binair een term voor iemand die zich niet in een ‘genderhokje’ wil laten duwen;
  • agender of a-gender: letterlijk ‘geen-gender’, voor mensen zonder specifieke genderidentiteit, mensen die zich helemaal los voelen staan van gender;
  • two-spirit, two-spirited – in sommige culturen wordt deze term gebruikt voor iemand die zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen of rollen belichaamt, vaak met speciale culturele of spirituele betekenis. Er zijn verschillende cultuurgebonden termen voor mensen die niet zonder meer vrouwelijk of mannelijk zijn.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag