Voornaamwoorden hebben zelf niet echt betekenis; ze verwijzen naar woorden die wél betekenis hebben: personen, dieren of dingen (concreet of abstract).

Als je bijvoorbeeld schrijft over een onderzoek, kun je de voornaamwoorden het, dit of dat gebruiken om naar het woord onderzoek te verwijzen: ‘Het is vorig jaar begonnen’ of ‘Dit/dat was veel beter opgezet dan eerdere onderzoeken.’ Dankzij de voornaamwoorden het, dit en dat hoef je niet telkens onderzoek te gebruiken. Het voornaamwoord maakt onze gesprekken en teksten dus efficiënter.

Soorten voornaamwoorden

Er zijn allerlei verschillende soorten voornaamwoorden:

Verwijzing binnen of buiten de tekst

Het voornaamwoord kan zowel verwijzen binnen de tekst als buiten de tekst.

  • ‘Ken je die zangeres?’ ‘Nee, ik ken haar niet.’ (verwijzing binnen de tekst; haar verwijst naar die zangeres)
  • Ze fietst naar het station.’ (verwijzing buiten de tekst; wie met ze bedoeld wordt (de ‘referent’), is al bekend bij de spreker en luisteraar) 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!