Vragende voornaamwoorden kunnen zelfstandig en niet-zelfstandig gebruikt worden. De zelfstandige vragende voornaamwoorden kunnen zowel naar personen als naar niet-personen verwijzen:

  • Wie hoor ik daar?
  • Weet jij wie zich voor de wedstrijd hebben ingeschreven?
  • Wat zeg je?
  • Ik vraag me weleens af wat een huis in het Gooi nou eigenlijk kost.
  • Er zijn drie boeken te vergeven. Welk wil jij?
  • Wil je een glaasje wijn? Lekker, wat voor heb je?

De niet-zelfstandige vragende voornaamwoorden passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord dat erop volgt:

  • Welk boek wil je hebben?
  • Weet jij welke auto het hardst kan?
  • Wat voor (een) man is hij?
  • Wiens idee was dat?

Ook bijwoorden kunnen als vraagwoord gebruikt worden; ze worden dan nog steeds benoemd als bijwoord:

  • Wanneer ga je op vakantie?
  • Hoe gaat hij naar zijn werk nu de auto kapot is?

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag