In ‘de buurvrouw wier auto is gestolen’ is wier van oudsher juist, omdat dat de vorm is waarmee je naar een vrouw moest verwijzen. Wiens was juist in ‘de buurman wiens auto is gestolen’: wiens verwijst namelijk naar mannen. Maar al vele decennia is wiens gebruikelijk als neutraal verwijswoord, waarmee je naar mannen én vrouwen kunt verwijzen. Wier is inmiddels verouderd.

Wiens en wier: naamvallen

Wiens en wier zijn restanten uit de tijd dat het Nederlands nog naamvallen had. Het zijn de verbogen vormen (‘tweede naamvallen’, genitieven) van het vragend voornaamwoord wie. Ze betekenen allebei ‘van wie’. Wier gebruik je volgens dit oude naamvallensysteem om naar een vrouw of naar meer personen te verwijzen. Voorbeelden:

  • De buurvrouw wier auto is gestolen, heeft aangifte gedaan.
  • Marieke, wier kinderen bij ons op school zitten, is pedagoge.
  • De mensen wier pasjes waren gestolen, lieten het er niet bij zitten.

Als je naar een mannelijke persoon verwijst, is wiens juist:

  • Klaas, wiens computer stuk is, heeft de technische dienst gebeld.
  • Hij kwam samen met Pieter, wiens zus een bekende hockeyster is.
  • Mijn buurman, wiens dochters allebei paardrijden, is bang voor paarden.

De buurvrouw wiens

Wier is al lange tijd aan het verouderen. Al tientallen jaren komt wiens ook vaak voor in zinnen als:

  • De buurvouw, wiens auto is gestolen, heeft aangifte gedaan.
  • Marieke, wiens kinderen bij ons op school zitten, is pedagoge.
  • De mensen wiens pasjes waren gestolen, lieten het er niet bij zitten.

Wiens heeft hier dan de functie van algemeen verwijswoord. Deze ‘nieuwe’ functie is al lange tijd bezig aan een opmars. In het werk van Vondel (uit de zeventiende eeuw!) staan al voorbeelden als “de dochter (...) wiens oogen ...” Deze ontwikkeling is dus al eeuwen aan de gang.

De buurvrouw van wie

Vaak is de buurvrouw wier/wiens te vervangen door de buurvrouw van wie. Bijvoorbeeld:

  • De buurvrouw van wie de auto is gestolen, heeft aangifte gedaan. 
  • De mensen van wie de pasjes waren gestolen, lieten het er niet bij zitten.

Deze zinnen zijn voor iedereen juist, maar wel wat omslachtiger.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag