Waar komt praline vandaan?
Een praline is een bonbon. Praline is een Frans woord, dat gevormd is met de eerste letters van de eigennaam Praslin.
De Franse maarschalk Du Plessis-Praslin (1598-1675) had een kok, Clément Jaluzot of volgens anderen Clément Lassagne geheten. Deze kok zou de eerste zijn geweest die op het idee kwam om een in suiker gebrande amandel te serveren. Deze lekkernij sloeg aan en kreeg de naam praline. Deze naam was gebaseerd op het tweede deel van de naam van de maarschalk: Praslin (waarvan de s in de uitspraak vervalt). Inmiddels wordt praline ook gebruikt in de betekenis ‘bonbon bestaande uit suikerbrij, amandelcrème en een likeur in een omhulsel van chocolade’ en voor een (chocolade)bonbon in het algemeen.
Praline voor een homoseksueel
Praline is ook een woord uit het Vlaamse homomilieu. In ‘Kijk die praline daar eens lopen’ is met praline een ‘opgemaakte, verwijfde homo’ bedoeld. Het komt in deze betekenis voor in het Homo-erotisch woordenboek van Arendo Joustra (1999). Joustra geeft het volgende citaat: “Ergens binnenkomen en dan iedereen horen zeggen ‘wauw’, of ‘och God, zie ze daar weer, de pralines’.” Ook bonbondoos heeft in het homomilieu een andere betekenis: “nichtencafé met veel pluche en schemerlampjes”. Deze woorden lijken overigens inmiddels verouderd in deze betekenissen.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!