uitspraak en klemtoon
- Hoe spreek je 2025 uit?
- Accessoires (uitspraak)
- Appel / appèl
- Auto (uitspraak)
- Bezits-s: Keith’ / Keiths gitaar
- Bosschage
- Boude / boute uitspraken
- Buien (uitspraak)
- Chicheid
- Ch (uitspraak)
- Cliënt / client
- Cliëntèle / clientèle
- Compromis (uitspraak)
- Cornedbeef (uitspraak)
- Cúpido / cupído
- Cyste (uitspraak)
- Dementie (uitspraak)
- Doceren / doseren
- Ebola (uitspraak)
- Fijn stof / fijnstof
- G en ch (verschil)
- Gender (uitspraak)
- Glühwein (uitspraak)
- Hygiëne (uitspraak)
- Incést / íncest
- Item (uitspraak en betekenis)
- Kénmerkend / kenmérkend
- Klemtoonteken, nadrukteken
- Kolonieën, epidemieën / koloniën, epidemiën
- Een luxe / luxueus hotel
- Mais / maïs
- Mársepein / marsepéín
- Maxima / Máxima
- Murf / murw
- Normaliter (uitspraak)
- Notoir: ‘nootoor’ / ‘nootwaar’
- Nótulen / notúlen
- O / oh
- Occasion (uitspraak)
- Oisterwijk (uitspraak)
- Oorbaar / oirbaar, onoorbaar / onoirbaar
- Orgieën / orgiën
- Overlég / óverleg (klemtoon)
- Palet / pallet
- Paprika (uitspraak)
- Párameter / parámeter / paraméter
- Promiscue / promiscu
- Puzzelen: ‘uh’ / ‘uu’
- Roze / rose
- Scene / scène
- Sceptisch (uitspraak)
- Svarabhaktivocaal
- Sweater: zeg je ‘swetter’ of ‘swieter’
- Texel: ‘tessel’ / ‘texel’
- Therapeut (uitspraak)
- Umlaut of trema
- Unifórm / úniform
- Veertig, vijftig, zestig, zeventig
- Wraak: [vraak] / [wraak]