De meeste mensen zeggen ‘kuu-pie-doo’. Als de Romeinse liefdesgod bedoeld is, kan de klemtoon ook op de tweede lettergreep liggen en klinkt de u als ‘oe’: ‘koe-pie-doo’. In het Latijn ligt de klemtoon ook op die tweede lettergreep.

Als de liefdesgod bedoeld wordt, gaat het bovendien om een eigennaam; Cupido krijgt dan een hoofdletter. In de volgende zinnen is niet de naam bedoeld en vervalt de hoofdletter:

  • Ik zag een mooi schilderij van een liefdespaar met op de achtergrond een cupido.
  • Vergeet niet de ander subtiel te vleien als je als een cupido je pijlen afschiet tijdens een flirtchat online.
  • Zij is echt onze cupido: ze heeft ons voorgoed gekoppeld.

In de eerste zin gaat het om een afbeelding van een jongetje dat Cupido voorstelt; in de tweede en derde zin gaat het om iemand die als een soort menselijke tegenhanger van de liefdesgod twee anderen verliefd op elkaar laat worden.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen