De uitroepen o en oh bestaan allebei; ze kunnen onder meer vreugde, verdriet, verwondering en schrik uitdrukken. Welke spelling de voorkeur heeft, hangt van de uitspraak af.

De spelling o past bij de uitspraak met een ‘open’ o-klank, net als in zo en hallo. In de meeste gevallen heeft o de voorkeur:

  • o ja
  • o nee
  • o wee
  • o zo vriendelijk
  • O, wacht even ...
  • O, zit dat zo?
  • O, bedoel je dat?
  • O, dat doe ik wel even.
  • O, wat zijn we weer bijdehand!
  • Wie o wie heeft mijn fietssleutel gezien?

Oh heeft een ‘doffere’ o-klank, ongeveer als in door. Het drukt vaak ontzetting of verontwaardiging uit. In de volgende zinnen is oh beter op zijn plaats:

  • Oh, nou is-ie stuk!
  • Oh, wat een rotopmerking!

In sommige zinnen is zowel o als oh goed voorstelbaar:

  • O, wat erg! (‘óó’, zoals in zo)
  • Oh, wat erg! (‘òò’, zoals in door)

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag