Bijvoeglijke naamwoorden op -oir

Woorden op -oir zijn bijna altijd leenwoorden uit het Frans. Als het een bijvoeglijk naamwoord is, kan het woord op -oir doorgaans zowel met ‘oor’ als met ‘waar’ worden uitgesproken. Dat geldt bijvoorbeeld voor: compensatoir, compromissoir, confirmatoir, conservatoir, contradictoir, deflatoir, discriminatoir, emancipatoir, illusoir, inflatoir, obligatoir, peremptoir (‘afdoend, beslissend’).

Anticipatoir (‘anticiperend’) wordt volgens de Dikke Van Dale alleen uitgesproken met ‘waar’, net als possessoir (‘het bezit betreffend’) en reflectoir (‘verband houdend met de reflexen’).

Zelfstandige naamwoorden op -oir

Zelfstandige naamwoorden op -oir worden meestal op z’n Frans uitgesproken, dus met ‘waar’: abattoir, boudoir, dressoir, executoir, neonoir (‘filmstijl met elementen uit de film noir’), peignoir, pissoir, reservoir, territoir, trottoir en urinoir.

Uitzonderingen zijn: accusatoir en requisitoir en oir (‘iemands afstammelingen in de rechte lijn’ – al in de dertiende eeuw ontleend aan het Franse hoir). Die worden uitgesproken met ‘oor’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!