Doceren komt van het Latijnse werkwoord docere. Dat betekende ook al ‘onderwijzen’. Docent en dociel (‘gedwee’) komen ook van dit werkwoord.

Doseren is afgeleid van het middeleeuws Latijnse werkwoord dosare, dat ook al ‘de dosis bepalen, afmeten’ betekende. Doseren is verwant met dosis.

Normaal gesproken klinkt de c in doceren als een s-klank, en de s in doseren als een z-klank. Vergelijk ook communiceren (met een c die als s klinkt) en faseren of realiseren (met een s die als z klinkt).

Er zijn vrij veel mensen die de z in doseren als s uitspreken - vaak zijn dat mensen die van huis uit de z als s en de v als f uitspreken. Bij die mensen klinken doseren en doceren dus hetzelfde.

Sommige mensen willen het (onbewust) té netjes doen en spreken doceren met een z-klank uit. Deze vorm van hypercorrectie hoor je geregeld, net als bij december en decent.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag