Trema’s kom je tegen in woorden als ruïne. Als je daarin geen trema schrijft (ruine), staat er een ui, zoals in ruit. Dankzij het trema ziet een lezer meteen dat bij de i een nieuwe lettergreep begint. Het trema wordt daarom ook wel scheidingsteken of deelteken genoemd. Trema’s helpen lezers dus woorden op te delen in lettergrepen.

Hieronder staat meer uitleg over het trema. Klik op het tabblad ‘Oefenen’ hierboven om een trema-quiz te doen.

Trema of streepje?

Een trema komt voor in:

  • woorden als ruïne en poëzie (Dit worden ‘ongelede woorden’ genoemd: ze zijn als het ware één geheel en bestaan niet uit andere woorden of woorddelen.)
  • in afleidingen, zoals beïnvloeden, geüniformeerd, weeïg en kanoën. (Dit zijn ‘gelede woorden’: ze bestaan uit een kernwoord (invloed, uniform, wee, kano) en een voor- en/of achtervoegsel.)

In samenstellingen als diepte-investering en lente-ui is een streepje juist: zie de pagina over klinkerbotsing in samenstellingen.

Bij welke klinkercombinaties een trema?

Het trema komt voor in de volgende veertien klinkercombinaties:

  • aa – Kanaän
  • ae – Israël, Danaë
  • ai – cocaïne
  • au – Kapernaüm, Emmaüsgangers
  • ee – beëlzebub
  • ei – atheïst
  • eu – reünie
  • ie – Azië, conciërge
  • oe – poëzie
  • oi – egoïsme
  • oo – zoölogie
  • ou – (komt nauwelijks voor, ‘Alcinoüs’ is een zeldzaam voorbeeld)
  • ui – ruïne
  • uu – vacuüm

Wanneer geen trema?

Het trema is alleen nodig bij klinkerbotsing in de veertien hiervoor gegeven combinaties, en niet in andere klinkercombinaties, zoals ao, ea, eo, ii, oa en ue. Daarbij bestaat immers geen kans op een verkeerde uitspraak, omdat ze in het Nederlands niet als één klank kunnen worden uitgesproken. Voorbeelden zijn chaos, Beatrix, neon, kopiist, koala, evalueren. Ook de combinaties e+ij, ij+e, ij+i, y+e en y+i krijgen geen trema. Bijvoorbeeld: geijkt, vrijen, uitdijing, flyeren, hobbyisme.

Bij de veertien hierboven genoemde klinkercombinaties is het trema overigens alleen nodig als de klinkers tot verschillende lettergrepen behoren, en dus niet als zo’n lettercombinatie één klank weergeeft. Enkele voorbeelden: aerobics, maestro, arbitrair, balalaika, hoi, tabloid.

Verder geldt er een uitzondering voor Franse en Latijnse leenwoorden. Op de uitgangen -eum, -eus, -ei, -ien en -ienne komt geen trema: museum, baccalaureus, extranei, opticien, lesbienne. Ook komt er geen trema als er op de desbetreffende klinker al een accent staat: carrière, variété.

Trema bij drie of meer klinkers

Als er drie of meer klinkers naast elkaar staan waarvan er twee als één klank gelezen kunnen worden, is soms ook een trema nodig. Voorbeelden: naïef, beëindigd, smeuïg, jeuïg, gedrieën, hindoeïsme, bedoeïenen, gecreëerd. Het trema komt, áls het nodig is, altijd te staan op de eerste letter van de nieuwe lettergreep.

Het is handig om te onthouden dat in zulke situaties (dus bij drie of meer klinkers) alleen de e of de i een trema kan krijgen. Vandaar dat geuit goed is, en geüit niet. Bovendien komt er bij drie of meer klinkers naast elkaar direct na de i geen trema. Daarom zijn aaien, buien, dieet, eieren, ooievaar en requiem zonder trema.

Hieruit volgt dat verwante woorden soms wel en soms niet een trema krijgen, afhankelijk van het aantal klinkers. Bijvoorbeeld: financieel - financiële, kopiëren - gekopieerd, dieet - diëten.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Oefenen met het trema? Doe dan deze pittige quiz (twintig vragen)!