Schrijf je financieren met of zonder trema? En hoe spreek je het uit?
Financieren is zonder trema. Het wordt uitgesproken als ‘fie-nan-sie-ruhn’, niet als ‘fie-nan-sjee-ruhn’.
Het werkwoord financieren is afgeleid van het zelfstandig naamwoord financier. Het is dus geen combinatie van een woord op -ie en de veelvoorkomende werkwoordsuitgang -eren, zoals bij kopie - kopiëren en subsidie - subsidiëren wel het geval is.
Financieren wordt als volgt vervoegd:
- ik financier
- jij/hij/zij financiert
- wij/jullie/zij financieren
- ik/jij/hij/zij financierde
- wij/jullie/zij financierden
- gefinancierd
Alle vormen met een trema of een dubbele e zijn onjuist. Het is dus niet financieer, financieert, financiëren, financieerde(n) of gefinancieerd.
De verwarring wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat er ook woorden bestaan als associëren en appreciëren, waarin wél die combinatie -ciëren zit. Ook in andere werkwoorden komt -iëren voor: distantiëren, initiëren, discussiëren, enz.
Financiering, financierder
Datzelfde geldt voor de afleiding financiering (niet: financiëring) en samenstellingen daarmee, zoals studiefinanciering (niet: studiefinanciëring). Alleen financiën, dat niet van financier is afgeleid, en financiële, de verbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord financieel, hebben een trema.
Naast financier bestaat overigens financierder (niet: financieerder), een afleiding van het werkwoord financieren. Die vorm doet naast financier wat overbodig aan, maar is niet fout.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!