Open menu Onze Taal logo

Hoofdmenu

  • Taalloket
  • Tijdschrift
  • Educatie
  • Schatkamer
  • Winkel
  • Trainingen
  • Over ons
  • Zoeken
  • Inloggen
  • Lid worden
  • Doneren
  • Taalloket
  • Tijdschrift
  • Educatie
  • Schatkamer
  • Winkel
  • Over Onze Taal
  • Inloggen
  • Lid worden
  • Doneren
  
  1. Home
  2. Tijdschrift
  3. 03 2025

Hoe Geert Wilders het debat al jarenlang naar zich toe trekt

Of je nu houdt van zijn stijl of niet, geen politicus in Nederland zet taal zó doeltreffend naar zijn hand als Geert Wilders. Neem nu die ene beroemde tweet, waarin Wilders een politiek tegenstander wegzet als “heks”. Hoe kan het dat zoiets werkt?

Robbert Wigt Robin van Lonkhuijsen/ANP
Hoe Geert Wilders het debat al jarenlang naar zich toe trekt

Het is juni 2021. D66-leider Sigrid Kaag waarschuwt in de Volkskrant voor “intimiderende en beledigende retoriek” van de Nederlandse politiek, in een betoog van ruim zeshonderd woorden. Wilders plaatst haar artikel op Twitter met slechts één woord als begeleidende tekst: “Heks”. En hij heeft beet. De rest van de dag gaat het over zíjn tekst en niet meer over die van Kaag.

De meeste politici zouden al snel een zin of drie besteden aan een reactie op een artikel als dat van Kaag. Met argumenten, bijvoorbeeld dat Kaag beweert het belangrijk te vinden om naar anderen te luisteren, maar tegelijk de PVV uitsluit. Of ze zouden komen met voorbeelden waarin D66-Kamerleden zelf wel erg scherp uit de hoek komen. Maar Wilders’ kunde is dat hij in één woord meer weet te communiceren dan een ander in meer dan zeshonderd. Hij communiceert dat hij het artikel gezeur vindt. Hij communiceert dat hij nog een tandje bijzet als hij wordt aangesproken op zijn toon. Hij communiceert dat hij haar onbetrouwbaar en hypocriet vindt: in een debat, enige tijd later, koppelt hij heks letterlijk aan een peiling waarin Kaag als een van de onbetrouwbaarste politici naar voren komt.

Zwakke plek

Heks is een begrip dat ertoe dient om mensen uit te sluiten, reageerde schrijver Manon Uphoff in het radioprogramma Het marathoninterview. Het woord communiceert volgens haar: ‘deze persoon is agressief/oververhit of kan niet meer redelijk denken’. Het begrip wordt volgens Uphoff bij uitstek gebruikt voor vrouwen die weloverwogen reageren en duidelijk stelling nemen. Vrouwen die visie hebben, jagen mensen als Wilders vrees aan, zegt ze.

Dit is slechts één voorbeeld van de manier waarop de media reageren op Wilders: kranten staan vol met analyses, deels over taalverruwing, deels over de vrouwonvriendelijke associaties bij het woord. Wilders zoekt altijd de zwakke plek bij zijn tegenstander en geeft daar dan zo opvallend mogelijk woorden aan: Rob Jetten (D66) is een “klimaatpsychopaat”, die lijdt aan “kakkerige arrogantie”, Mark Rutte was als premier de “Pinokkio van de Lage Landen” en Sophie Hermans (VVD), ooit Ruttes assistent, is zijn “tassendrager”. De ene vondst brengt meer opschudding teweeg dan de ander. Voor Wilders is een woord als heks, waar mensen zulke sterke associaties bij hebben, perfect. De ophef is maximaal en het gebruik ervan is niet strafbaar. Dat buit hij dan ook maximaal uit.

Geen spijt

Doordat Wilders andere grenzen hanteert dan de meeste politici, is het voor hem makkelijker om effectief te zijn met dit soort beledigingen. En daarbij heeft hij er ook buitengewoon veel gevoel voor om ze effectief te kiezen. Roderik van Grieken, oprichter en directeur van het Nederlands Debat Instituut, zegt hierover desgevraagd: “Vergelijk dit met het moment waarop Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) de PVV-Kamerleden ‘minions’ noemde. De helft van het land weet niet eens wat dat zijn. De andere helft vraagt zich af of het treffend is. De vondsten van Wilders zijn veel beter doordacht en bijna altijd raak.”

In aanloop naar de verkiezingen van 2023, toen Wilders campagne voerde met een ‘mildere toon’, werd hij door het Algemeen Dagblad bevraagd over de heks-kwestie. Hij zegt geen spijt te hebben van de uitspraak. Spijt hebben zal hij nooit, blijkt uit alle media-optredens. De interviewers wijzen hem erop dat Kaag beveiligd moet worden en dat hij zelf al jarenlang ervaart wat dat betekent. Op de vraag of hij zich verantwoordelijk voelt voor het effect van zijn woorden, gaat hij niet direct in. Hij antwoordt slechts dat hij nooit iets zal zeggen dat oproept tot geweld, maar dat dat niet betekent dat hij “met meel in de mond moet spreken en in het parlement iedereen zoetgevooisd te lijf moet”. Verder zegt hij dat hij als geen ander weet wat dreigementen betekenen en dat hij het erg en verwerpelijk vindt dat ze bedreigd wordt.

Eeuwig dilemma

Meer dan veel andere politici is Wilders erop gericht om woorden te kiezen voor denkbeelden en gevoelens die hem en zijn achterban bezighouden. Als hij een Koranverbod voorstelt, of een hoofddoekbelasting, krijgt hij daarmee misschien een beetje aandacht. Als hij die Koran een “islamitische Mein Kampf” noemt en de hoofddoekbelasting een “kopvoddentaks”, dan maakt hij kans op de hoofdprijs. Wilders weet hoe belangrijk taal is in Den Haag en hoe goed hij mensen buiten Den Haag ermee kan bereiken. Want voor velen doen Wilders’ woorden pijn, maar voor zijn achterban vertolken die juist wat zij voelen. En wie zegt dat dit te ver gaat, vergroot de aandacht voor zijn woorden, en bevestigt en bevestigt misschien zelfs het idee dat ‘de elite’ niet wil dat problemen benoemd worden. Wie zegt dat dit te ver gaat, voert onbedoeld campagne voor de PVV. Dat is het eeuwige dilemma voor politici die duidelijk willen maken waar voor hen een grens ligt, en die voor hun achterban willen opkomen.

Door zijn drang om gangbare grenzen te overschrijden en zijn talent om te drukken waar het pijn doet, zorgt Wilders er al jarenlang voor dat debatten waar hij aan meedoet bovengemiddeld spannend zijn. In een interview dat ik had met Frank Hendrickx, politiek redacteur van de Volkskrant, zei hij: “Als je op de publieke tribune zit en hij loopt naar voren, ontstaat er een soort anticipatie: nu gaat er wat gebeuren. Hij is voor de gemiddelde volger van de politiek amusanter, levendiger. En ondanks dat je weet wat hij gaat doen, is hij ook verrassender.”

Zo creëert Wilders met het overschrijden van heersende normen conflict en daarmee amusement. Kranten pikken zijn taal op, tv-programma’s praten erover, mensen kijken ernaar. En zo krijgt hij de aandacht en wordt duidelijker wat de standpunten zijn van de PVV.

Dit artikel komt uit Robbert Wigts Kopvoddentaal. Overtuigen met een zachte ‘g’, dat onlangs is verschenen.

Lettergrepen en rijm

Over pro-Palestijnse activisten tweet Wilders op 7 oktober 2024: “Het land uit met dat tuig. En Halsema mag mee.” De tweet is ruig, maar vertoont kenmerken die we kennen uit de poëzie: de jambische beklemtoning (paDAM, paDAM), medeklinkerrijm (met, mag, mee), en klinkerrijm (uit, tuig; land, dat, mag). We zien: zijn tweets zijn zorgvuldig geformuleerd.

Alsjeblieft!

Dit artikel uit het mei/juninummer (2025) van Onze Taal kreeg je cadeau.

Meer over het nummer
logo
  • Genootschap Onze Taal
  • Paleisstraat 9
  • 2514 JA Den Haag
  • Taalvragen
  • 085 00 28 428 (werkdagen 9.30-12.30 en 13.30-16.00 uur)
  • taaladvies@onzetaal.nl
  • Ledenservice
  • 070 356 12 20 (dinsdag en donderdag 9.30-12.00 uur)
  • info@onzetaal.nl

Blijf op de hoogte!

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief Taalpost.

  • Privacybeleid
  • Algemene voorwaarden
  • Cookies
  • Contact
Log in


of

Word lid