Wat is juist: een nieuwsgierig aagje of een nieuwsgierig Aagje?
In een nieuwsgierig aagje krijgt aagje een kleine letter, ook al gaat het hier eigenlijk om de eigennaam Aagje.
In de uitdrukking een nieuwsgierig aagje is Aagje eigenlijk een eigennaam. De hoofdletter in deze uitdrukking is vervallen omdat iederéén een nieuwsgierig aagje kan zijn. Het lidwoord een is al een teken dat het hier niet meer om de eigennaam Aagje gaat, maar om een algemene aanduiding van een nieuwsgierige persoon. De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en dus niet meer als eigennaam fungeren, een kleine letter krijgen.
De uitdrukking een nieuwsgierig aagje zijn komt uit het zeventiende-eeuwse kluchtspel Kluchtigh Avontuurtje van ’t Nieuwgierigh Aeghje van Enckhuysen van A. van Bogaert. In dit toneelstuk speelt een nieuwsgierige vrouw (Aagje) de hoofdrol. Het stuk werd in de achttiende eeuw bewerkt. Dankzij de populariteit van deze bewerking werd een nieuwsgierig aagje spreekwoordelijk voor een nieuwsgierig iemand.
Eponiemen
Er zijn een heleboel namen die je algemeen (in uitdrukkingen en vergelijkingen) kunt gebruiken om mensen mee te karakteriseren. De naam voor deze categorie woorden is ‘eponiemen’. Eponiemen krijgen kleine letters. Bekende voorbeelden zijn:
- een brave hendrik (‘een te braaf jongetje’)
- een dolle mina (‘een feministe (van de oude stempel)’)
- een jarige job/jarige jet
- een saaie piet
- een vrolijke frans
- de ware jakob/jakoba
Klik op het tabblad ‘Voorbeelden’ voor nog veel meer voorbeelden van namen die een algemene aanduiding zijn geworden.
Historische persoon
In uitdrukkingen die naar een historische persoon verwijzen, blijft de hoofdletter bewaard:
- een huishouden van Jan Steen
- sterk als Simson
- Abraham/Sara gezien hebben
- praten als Brugman
- Goeie Mie (bijnaam van de Leidse gifmengster Maria Swanenburg)
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Hieronder staan algemene aanduidingen voor personen die teruggaan op de naam van een persoon. Sommige moeten officieel aan elkaar geschreven worden.
- een arme tobias (‘een sukkel’)
- een benjamin (‘de jongste van een familie’)
- een bereisde roel (‘iemand die veel gereisd heeft’)
- een blonde miep (‘een blonde vrouw’)
- een brave hendrik (‘te braaf jongetje’)
- een casanova (‘vrouwenverleider’)
- een croesus (‘zeer rijke man’)
- een dappere dodo (‘iemand die vol goede bedoelingen zit’)
- een dolle mina (‘feministe (van de oude stempel)’)
- een domme joris (‘domme man’)
- een don juan (‘versierder’) (Groene Boekje: donjuan)
- een don quichot (Groene Boekje: donquichot)
- een dooie piet (‘saaie kerel’)
- een droge klaas (‘saaie kerel’)
- een echte beëlzebub (‘iemand die iedereen afsnauwt’)
- een echte jonas (‘ongeluksvogel’)
- een gekke gerrit (‘sukkel’)
- een gekke henkie (‘sukkel die zich door anderen laat gebruiken’)
- een goliat (‘reus, reusachtig mens’) (officiële spelling: goliath)
- een handige harry (‘handig persoon’)
- een hele piet
- een hercules
- een hoge piet
- een houten klaas
- een ijzeren hein
- een jan doedel (officiële spelling: jandoedel)
- het jan hagel (officiële spelling: janhagel)
- een jan hen (officiële spelling: janhen)
- een jan jurk (officiële spelling: janjurk)
- een jan krent (officiële spelling: jankrent)
- een jan lul (officiële spelling: janlul)
- een jan pret (officiële spelling: janpret)
- een jan klaassen (‘iemand die je niet serieus kunt nemen’) officiële spelling: janklaassen)
- een jan ongeluk (Van Dale: janongeluk)
- een jan salie (‘een saai, initiatiefloos persoon’) (officiële spelling: jansalie)
- een jan sul (Van Dale: jansul)
- een jan vlegel
- een jan weetal (Van Dale: jan-weetal)
- een jantje contrarie (Van Dale: jantje-contrarie)
- een jantje rechtuit (Van Dale: jantje-rechtuit)
- een jantje secuur (Van Dale: jantje-secuur)
- een jarige job/jarige jet
- een joris goedbloed (Van Dale: joris-goedbloed)
- een judas (‘verrader’)
- een kenau
- een kuise jozef
- een kuise suzanna
- een linke loetje
- een lolita (‘jong verleidelijk meisje’)
- een makke dorus
- een malle appie
- een malle eppie
- een malle pietje (‘kleine handelaar (in oude spullen)’)
- een miep kniep (‘erg zuinige vrouw’)
- een ongelovige thomas
- een pallieter (‘levensgenieter’)
- een pietje chagrijn
- een pietje de voorste
- een pietje ongeduld
- een pietje precies (officiële spelling: een pietje-precies)
- een pietje secuur
- een rare tinus
- een razende roeland
- een saaie piet
- de sjaak zijn
- een sjonnie en een anita
- een spartaan (‘zeer geharde persoon’)
- een stalen jezus
- een stijve harmen
- een vrolijke frans
- de ware jakob/jakoba
- de ware jozef
- een xantippe