Als je de uitgang -tje direct achter oma zou zetten, zou je omatje krijgen, met een korte a van mat/matje. In omaatje moet je een lange a-klank weergeven, en dat doe je door de a te verdubbelen.

Colaatje, autootje, menuutje

Woorden die eindigen op een enkele a, o of u hebben een verkleinvorm met een dubbele klinker: aa, oo, uu:

  • cola – colaatje
  • auto – autootje
  • foto – fotootje
  • menu – menuutje
  • paraplu – parapluutje

Dit geldt ook voor woorden die eigenlijk een verkorting zijn, zoals esma (espresso met martini) en havo: het is esmaatje en havootje.

Kiwietje, taxietje

Woorden die eindigen op een enkele i krijgen ie in de verkleinvorm:

  • competitie – competitietje
  • kiwi – kiwietje
  • taxi – taxietje

Cafeetje, roseetje

Bij de verkleinvorm van woorden die op é eindigen, vervalt het accent en verdubbel je de e:

Sudoku’tje, haiku’tje

Een u die als ‘oe’ klinkt, bijvoorbeeld in haiku, verdubbel je niet. De spelling met uu zou te veel aan de klank ‘uu’ van minuut doen denken. Daarom komt er een apostrof:

Baby’tje, lobby’tje

Bij woorden die op een (losse) y eindigen, krijgt de verkleinvorm ook een apostrof:

Meerdere klinkers: geen apostrof

Je schijft -tje gewoon vast aan woorden die op een combinatie van twee of meer klinkers eindigen (inclusief de ij). Een apostrof is hier niet nodig om de goede uitspraak te krijgen:

  • idee – ideetje
  • ei – eitje
  • rij – rijtje
  • kangoeroe – kangoeroetje
  • clou – cloutje
  • ui – uitje
  • keu – keutje
  • bureau – bureautje
  • display – displaytje
  • chutney – chutneytje

Klik op het tabblad ‘Voorbeelden’ hierboven als je meer voorbeelden van verkleinwoorden wilt zien. Klik op het tabblad ‘Achtergrond’ voor meer informatie over het verschil tussen oma’s (met apostrof’ en omaatje (met dubbel a).

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

a - é - i - o - u 

-a

  • acacia – acaciaatje
  • alinea – alineaatje
  • alpaca – alpacaatje
  • beha – behaatje
  • camera – cameraatje
  • cola – colaatje
  • chocola – chocolaatje
  • enchilada – enchiladaatje
  • esma – esmaatje (espresso met martini)
  • gala – galaatje
  • la – laatje
  • pagina – paginaatje
  • mama, mama  – mamaatje, mammaatje
  • oma – omaatje
  • opa – opaatje
  • programma – programmaatje
  • papa, pappa  – papaatje, pappaatje
  • sla – slaatje
  • spa – spaatje
  • vla – vlaatje

  • café – cafeetje
  • cliché – clicheetje
  • comité – comiteetje
  • introducé – introduceetje*
  • rosé – roseetje
  • logé – logeetje*
  • prostitué - prostitueetje*
  • protegé – protegeetje*

* De vrouwelijke varianten introducee, logee, prostituee en protegee hebben dezelfde verkleinvorm als de vorm op : introduceetje, logeetje, prostitueetje, protegeetje.

-i

  • abri – abrietje
  • aioli – aiolietje
  • bikini - bikinietje
  • kiwi – kiwietje
  • ski – skietje
  • taxi – taxietje
  • tosti – tostietje

-o

  • aio – aiootje
  • airco – aircootje
  • auto – autootje
  • bobo – bobootje
  • combo – combootje
  • demo – demootje
  • duo – duootje
  • embryo – embryootje
  • eskimo – eskimootje
  • foto – fotootje
  • havo – havootje
  • hobo – hobootje
  • intro – introotje
  • logo – logootje
  • risico – risicootje
  • scenario – scenariootje
  • vlo – vlootje

-u

  • accent aigu – accent aiguutje
  • accu – accuutje
  • bakru – bakru’tje (spreek uit: ‘bakroetje’)
  • bonu – bonu’tje (spreek uit: ‘bonoetje’)
  • fichu – fichuutje
  • haiku – haiku’tje (spreek uit: ‘haikoetje’)
  • individu – individuutje
  • menu – menuutje
  • paraplu – parapluutje
  • reçu – reçuutje
  • revenu – revenuutje
  • sudoku – sudoku’tje (spreek uit: ‘soedokoetje’)
  • tiramisu – tiramisu’tje (spreek uit: ‘tiramisoetje’)

Waarom niet oma’tje?

Dat we het verkleinwoord van oma schrijven als omaatje, is ooit een beslissing geweest van de spellingregelaars. Zij maakten een verschil tussen flexie (buiging, zoals bij meervoudsuitgangen en werkwoordsvervoegingen) en derivatie (afleiding, zoals zonnig, hopelijk en bedanken). Traditioneel worden deze twee manieren om woorden te vormen uit elkaar gehouden. Flexie betekent dat je een voor- of achtervoegsel aan een woord vastplakt zonder dat dat woord van categorie verandert. Zo is maken een werkwoord, en de vorm gemaakt ook. Bij derivatie maak je als het ware een nieuw woord, met nieuwe eigenschappen. Oma’s is dus een geval van flexie (het grondwoord blijft oma), en omaatje gaat meer de kant van een afleiding op (een nieuw geheel). Zo is omaatje geen de-woord meer, maar een het-woord.

Er zijn overigens ook taalkundigen die het verschil tussen flexie en derivatie verwaarloosbaar vinden. Op zichzelf was er ook niets op tegen geweest als er gekozen was voor de spelling oma’s én oma’tje.

Waarom niet cafétje?

In plaats van cafeetje zou ook de spelling cafétje denkbaar zijn als verkleinwoord van café. Bij café - cafeetje is die verdubbeling van de e minder noodzakelijk dan bij oma - omaatje, omdat de é al een lange klank weergeeft. Er is echter voor gekozen om woorden op een hetzelfde te behandelen als woorden die eindigen op een enkele a, u of o. Mogelijk vond men cafétje, met de combinatie van het Franse accent aigu (é) en het typisch Nederlandse achtervoegsel -tje, geen logisch woordbeeld, en cafeetje wel.

Voor Franse leenwoorden op -i geldt iets vergelijkbaars: ook bij woorden als taxi en abri wordt de klinker verlengd. Net als cafeetje zijn taxietje en abrietje vernederlandste verkleinvormen.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!