In de praktijk zijn de vormen mama en papa het gebruikelijkst. Er is geen uitspraakverschil tussen mama/papa en mamma/pappa: in alle gevallen is de eerste a (tamelijk) kort en de tweede a lang.

Franse basis

De woorden mama en papa zijn overgenomen uit het Frans (maman, papa). Dat gebeurde al in de zeventiende eeuw. Net als in het Frans lag de klemtoon in het Nederlands op de tweede lettergreep: ‘mamá’, ‘papá’. Er was toen geen noodzaak om de woorden als mamma en pappa te schrijven.

Rond de negentiende eeuw kwam de klemtoon steeds vaker vooraan te liggen: ‘máma’, ‘pápa’. Daardoor zijn op zeker moment de varianten mamma en pappa in gebruik gekomen. Als je mama vergelijkt met bijvoorbeeld lama en drama, is de spelling met één m eigenlijk een beetje onlogisch. De spellingen mamma en pappa geven beter weer dat de eerste a kort moet worden uitgesproken.

Desondanks zijn de varianten mama en papa ook in de eenentwintigste eeuw nog steeds veruit het gewoonst. Blijkbaar vinden niet veel mensen deze schrijfwijzen verwarrend. Bovendien zijn er wel meer woorden met een korte a waar toch maar één medeklinker achter staat – zelfs als de klemtoon op die a ligt, zoals in ananas en Canada.

Op het tabblad ‘Achtergrond’ kun je meer lezen over de herkomst en geschiedenis van mama/mamma en papa/pappa.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Geschiedenis

In het Latijn bestonden de aanduidingen mam(m)a en pap(p)a al voor ‘moeder’ en ‘vader’. Het Frans heeft ze op zeker moment overgenomen, en via die taal zijn ze weer in het Nederlands terechtgekomen.

Toch is ook het Latijn niet de ‘uitvinder’ van deze woorden. Dat zijn welbeschouwd de belangrijkste gebruikers van die woorden: baby’s! De eerste geluidjes die een baby kan produceren, zijn meestal brabbelklanken als ma en ba/pa, en die klinken bij herhaald gebruik als mama en baba/papa. Die geluidjes zijn het makkelijkst te maken voor baby’s. Volwassenen hebben die brabbelwoorden gaandeweg opgevat als aanduidingen voor de ouders. Grappig genoeg is dat in talen van over de hele wereld het geval, terwijl de meeste van die talen helemaal niet met elkaar verwant zijn.

Mama en papa komen zoals gezegd sinds de zeventiende eeuw in de Lage Landen voor. Ze werden aanvankelijk vooral gebruikt in de betere kringen, de hogere standen, waar het gebruik van het Frans alomtegenwoordig was. Rond de negentiende eeuw raakten de woorden bij steeds meer mensen bekend, ook bij het ‘gewone volk’.

Mamma en pappa stonden in 1961 voor het eerst in het woordenboek van Van Dale.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!