Jehova’s getuigen, Jehovagetuigen

In het Nederlands wordt Jehova als naam van God zonder eind-h geschreven. Ook de woordgroep Jehova’s getuige en de samenstelling Jehovagetuige worden zonder h en met een kleine g geschreven omdat er geen reden is om hierin van de spellingregels af te wijken. De hoofdletter J van de godsnaam blijft in de woordgroep en in de samenstelling wel behouden.

Kerkgenootschap: Jehovah’s Getuigen

Het kerkgenootschap heet officieel Jehovah’s Getuigen. In deze officiële naam is Jehovah een (internationalere) variant van Jehova.

De apostrof, die misschien gebaseerd is op het Engelse Jehovah’s Witnesses, is in feite niet nodig: de h zorgt er al voor dat de bezits-s geen uitspraakproblemen oplevert. Het is bijvoorbeeld ook sjahs en Allahs zonder apostrof. Maar omdat hier het donorprincipe geldt (de naamgever bepaalt de schrijfwijze van de naam), schrijven we Jehovah’s Getuigen als het niet om de leden maar om het gehele genootschap gaat.

Informeel: jehova’s

Een Jehova’s getuige of Jehovagetuige wordt - in informele contexten - ook wel kortweg jehova genoemd. In dat geval verwijst jehova niet langer naar de naam van God, maar is het de aanduiding voor iemand met een bepaalde religieuze overtuiging: ‘Gisteren belde een jehova aan.’ De benamingen voor aanhangers van godsdienstige en andere stromingen krijgen geen hoofdletter: jehova, hindoe, refo, salafist, kabbalist, rooms-katholiek, enz.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag