Wanneer is tenminste juist en wanneer ten minste?
Als tenminste ‘althans, in ieder geval’ betekent, wordt het als één woord geschreven. Voorbeelden:
- Ik ben misschien niet slim, maar ik kan tenminste hoofdrekenen.
- Het is best te snappen, tenminste: voor wie zich er een beetje in verdiept.
- Onderhandel jij maar met haar; jij laat je tenminste niet in de luren leggen.
In de betekenis ‘op z’n minst, minstens, minimaal’ wordt ten minste met een spatie geschreven:
- Je moet voor deze functie ten minste een vmbo-tl-diploma hebben.
- Ten minste twee derde van de aanwezigen moet voor het voorstel stemmen.
- Als je ten minste één jaar in dienst bent bij je werkgever, kom je in aanmerking voor ouderschapsverlof.
Soms past zowel tenminste als ten minste in de zin:
- Je had ten minste even de tafel kunnen afruimen. (Dat is toch wel het minimale.)
- Je had tenminste even de tafel kunnen afruimen. (Maar in plaats daarvan ben je meteen voor de tv gaan zitten.)